Oké, welkom terug bij de Twilight Zone. Dus net een week geleden nam de VS-China-handel een hilarisch rondje. Is dit een comedy show of economische analyse? Misschien beide. Het Trump-team wil wanhopig dat China zijn tarieven verandert, maar blijft tegelijkertijd de spanning opvoeren. De VS heeft tarieven op Chinese goederen verhoogd tot 245%, wat eerlijk gezegd absurd is.
Deze handelsoorlog heeft grote gevolgen, zowel binnen de VS als wereldwijd. Veel Amerikaanse bedrijven, vooral kleinere ondernemingen die afhankelijk zijn van Chinese producten, lijden onder de maatregelen. Californië protesteert zelfs tegen Trumps beleid, wat laat zien hoe verdeeld de VS intern is. Bovendien stijgen rentetarieven en daalt de dollar, wat de economie verder onder druk zet.
De Amerikaanse consument voelt ook de pijn. Met prijsstijgingen van meer dan 10% begint het consumentenvertrouwen te kelderen. Investeerders kijken sceptisch naar de toekomst van de VS-economie, met recordaantallen die willen uitstappen uit de aandelenmarkt. Ondertussen lijkt China sterker te staan dan ooit. Hun exportcijfers blijven stijgen, zelfs na de hoge tarieven. Dit suggereert dat China mogelijk profiteert van de situatie door zich te richten op andere markten zoals Europa en Zuid-Oost-Azië.
China speelt het lange spel door zijn munteenheid te versterken, waardoor hun exporten elders goedkoper worden. Terwijl Washington worstelt met interne tegenstrijdigheden, bereidt Beijing zich voor op een langdurige strijd. Trump vraagt nu om een deal, maar China laat zien geen zwakte te tonen.
De cruciale vraag is: hoeveel pijn kan de VS nog verdragen? En wat zal Beijing als volgende doen?