Twijfel aan de gezondheidsindustrie? Dat is geen complotdenken, maar kritisch burgerschap

Als patiënten wantrouwen koesteren tegenover een sector die profiteert van hun ziekte, wordt dit vaak afgedaan als complotdenken. Niets is minder waar. Kritische vragen stellen over de motieven van de farmaceutische industrie, zorginstellingen of overheidsbeleid is juist een teken van gezond burgerschap. 

Want laten we eerlijk zijn: een systeem dat financieel afhankelijk is van chronische ziekten heeft inherent een conflict van belangen.

Neem de astronomische prijzen van medicijnen, zoals bij het type-2-diabetesmiddel Ozempic, dat evenzeer als afslankpil wordt gepromoot. Of de opmerkelijke lobbypraktijken rond vaccins tijdens de Corona-pandemie, waarbij winst soms leek te prevaleren boven transparantie. Deze gevallen vragen niet om blind vertrouwen, maar om nuchtere analyse.

Kritisch denken betekent niet dat je een ‘anti-vaxxer’ of ‘coronatrutser’ bent. Het betekent dat je informatie achterhaalt, belangenconflicten onderkent en vraagt: Waarom kost deze behandeling tienduizenden euro’s? Waarom wordt preventie zo weinig gestimuleerd? Wie hierover twijfelt, volgt het voorbeeld van wetenschappers die methodisch onderzoek doen — geen samenzweerders die feiten verdraaien.

De echte vraag is niet waarom mensen wantrouwen, maar waarom systemen zo zijn ingericht dat dit wantrouwen gerechtvaardigd lijkt. Een samenleving die kritische burgers als ‘complotdenkers’ bestempelt, negeert de kern van democratie: het recht om macht te controleren. 

Dus blijf vragen, blijf twijfelen. Dat is geen teken van paranoia, maar van verantwoordelijkheid.

error: Kopiëren mag niet!