Toen werd aangekondigd dat er bij de militairen weer een vakbond zou komen, heeft het de gemoederen danig bezig gehouden. De vakbond bij de militairen wordt geassocieerd met de staatsgreep van 1980. Die staatsgreep heeft te maken met een vakbondsstrijd van de Bond Militair Kader die escaleerde in gewapend geweld en de machtsovername. De vakbond van de militairen werd enkele jaren terug opgezet en na enige tijd ontstond er onenigheid in de vakvereniging.
Op een gegeven moment hadden wij twee vakbonden waarvan de besturen elkaar aan het bestrijden waren. In elk geval had de regering de vakbond toegestaan en is door de president ook rechtspersoonlijkheid verleend aan deze vakorganisatie.
Nu lezen we dat de vakbonden de strijdbijl hebben begraven en dat is een goede zaak. Nu zijn ze samen betrokken in een “dialoogproces” met het ministerie van Defensie en de legerleiding. Het doel is om de rechtspositie van militairen te bespreken en te verbeteren. Men wil eensgezind opkomen voor de belangen van militairen. Nu is er een samenvoeging van de twee groepen die zich afzonderlijk hadden ingezet voor de belangen van militairen. Beide groepen erkennen dat verdeeldheid geen resultaten oplevert en dat gezamenlijke inzet effectiever is. Eventuele meningsverschillen tussen de groepen zijn inmiddels bijgelegd. Er is een samensmelting tot één vakorganisatie.
In Suriname is het alleen militaire landsdienaren verboden om collectieve actie te voeren. Regels met betrekking tot het openbaar maken van gedachten of gevoelens dan wel de uitoefening van het recht van vereniging, van vergadering en van betoging door militairen en ambtenaren van politie worden bij wet gesteld, bepaalt de Grondwet.
Een vakbond voor militairen en politie is niet verboden in Suriname. Het recht op betoging en vrije meningsuiting van militairen is wel tot op zekere hoogte ingeperkt in de Wet Rechtspositie Militairen. In deze wet is ook het voeren van collectieve actie verboden. De militaire landsdienaar dient zich te onthouden van deelname aan collectieve actie, waaronder ook de klassieke stakingen vallen. “Voorts wordt de deelname van militairen aan collectieve acties verboden”, vermeldt de wet. In de Wet Rechtspositie Militairen wordt in artikel 6 bepaald dat er een commissie van overleg in militaire rechtspositionele aangelegenheden dient te zijn welke tot taak heeft
de minister van Defensie desgevraagd of uit eigen beweging van advies te dienen. De
militaire landsdienaar kan bij hem bestaande grieven van rechtspositionele aard aan de Commissie van Overleg voorleggen. De samenstelling, inrichting, werkwijze en nadere regels met betrekking tot het overleg in militaire rechtspositionele aangelegenheden worden bij staatsbesluit (een bestuursbesluit) vastgesteld.
Bij staatsbesluit kunnen ook voorzieningen worden getroffen met betrekking tot een arbitragecommissie die, indien het overleg niet overeenstemming leidt, een bindende beslissing neemt. Deze arbitragecommissie bestaat uit twee vertegenwoordigers van de militairen en twee vertegenwoordigers van de regering, aan te wijzen door de president en staat onder voorzitterschap van een door beide partijen aan te wijzen persoon. Indien partijen niet tot een vergelijk kunnen komen, wordt op verzoek van de president een lid van het Hof van Justitie als voorzitter aangewezen.
In de wet wordt het recht van collectieve onderhandelingen door het leger niet geregeld.
Op dezelfde wijze zoals hierboven aangehaald is het aan de landen zelf overgelaten of het recht van vereniging toegestaan moet worden aan leger en politie, is het ook aan de landen overgelaten om zelf te bepalen in welke mate het recht tot collectieve onderhandelingen ook verleend zal worden aan het leger en de politie. De wet bepaalt wel dat met gevestigde rechten rekening wordt gehouden, maar er is geen traditie van collectieve onderhandelingen.
In Suriname is voorts de wet op de collectieve arbeidsovereenkomst, die het recht op collectieve onderhandelingen regelt, niet van toepassing op militairen.
De bepalingen van de Wet Rechtspositie Militairen stellen een verbod op. Deelname aan betogingen zonder toestemming is verboden. Deelname aan een vergadering die gericht is op ondermijning van het regeringsgezag is ook verboden. Ook zijn schriftelijke of mondelinge meningsuitingen gericht op ondermijning van het regeringsgezag. In de Wet Rechtspositie Militairen is het recht om een vakvereniging op te richten voor militairen niet beperkt. Militairen mogen een vakvereniging oprichten en daarvan lid worden. Onderhandelen over meer gunstige arbeidsvoorwaarden is niet verboden in de Wet Rechtspositie Militairen.
Regels met betrekking tot het openbaar maken van gedachten of gevoelens dan wel de uitoefening van het recht van vereniging, van vergadering en van betoging door militairen en ambtenaren van politie worden bij wet gesteld, bepaalt de Grondwet. Het is militaire landsdienaren verboden om collectieve actie te voeren. Het recht op betoging en vrije meningsuiting van militairen is tot op zekere hoogte ook ingeperkt in de wet. In de wet is ook het voeren van collectieve actie verboden.
De militaire landsdienaar dient zich te onthouden van deelname aan collectieve actie, waaronder ook de klassieke stakingen vallen. Voorts wordt de deelname van militairen aan collectieve acties verboden. Het is zaak dat de militairen het hoofd koel houden. Het is een goede zaak dat er rust is en daarom is de eenheid onder de bonden ook een goede zaak.