De recent aangenomen wijziging in het nieuwe Burgerlijk Wetboek (BW), waarin de rechtspositie van buitenhuwelijkse kinderen is versterkt, leidt tot verdeelde reacties onder de bevolking. Vanaf 1 mei zullen kinderen die buiten het huwelijk zijn geboren, juridisch gelijk worden behandeld met kinderen uit een huwelijk – ook wat betreft erfrecht.
De wetswijziging houdt in dat een kind dat is erkend of waarvan het vaderschap is vastgesteld, bij het overlijden van de vader automatisch aanspraak kan maken op een deel van diens nalatenschap. Dit geldt ook als de vader getrouwd was met een andere vrouw ten tijde van de verwekking of geboorte van het kind.
Een deel van de samenleving heeft geen bezwaar tegen de nieuwe regeling. “Als een man een kind verwekt, dan moet hij ook verantwoordelijkheid dragen, ongeacht of hij getrouwd is of niet”, geven verschillende burgers te kennen.. Hun mening is dat het kind niet kiest om buitenechtelijk geboren te worden. Gelijkheid is volgens hen rechtvaardig.
Toch roept de maatregel ook kritiek op, vooral vanuit kringen die vrezen voor spanningen binnen gezinnen. “Dit kan leiden tot grote familiale conflicten. Mensen hebben jarenlang gedacht dat hun nalatenschap alleen binnen het huwelijk bleef. Nu komt er plots een aanspraak van buitenaf.”
Voor getrouwde mannen die geen buitenkinderen hebben, verandert er in de praktijk weinig. De wetgeving is bedoeld om alle kinderen gelijke rechten te geven, zoals ook internationale verdragen voorschrijven. Toch blijft de vraag hoe deze regels in de praktijk zullen worden toegepast en of dit tot juridische procedures en sociale spanningen zal leiden.
De komende maanden zullen bepalend zijn voor de maatschappelijke aanvaarding van deze hervorming. Voor nu is één ding duidelijk: de discussie over vaderschap, verantwoordelijkheid en rechtvaardigheid is nog lang niet voorbij.
