Toen de Amerikaanse president Tump werd gekozen enkele maanden terug, konden we niet voorzien wat voor effect zijn beleid en wispelturigheid zou hebben op Suriname en in de regio. We dachten alleen aan een verscherpt immigratiebeleid en eventueel een effect op internationale hulp en samenwerking. Dit laatste begint al vorm te krijgen maar heeft indirect effect op de Caribische landen. Directer was de aanval van de USA op de landen die gebruikmaken van Cubaanse medici en verplegenden. Tegen die landen zouden maatregelen worden genomen, ook tegen de ambtenaren die bezig zijn met het binnenhalen van de Cubanen en hun familieleden. Die zouden dan bijvoorbeeld niet meer in aanmerking komen voor een Amerikaans visum.
Inmiddels hebben verschillende Caribische leiders, waaronder Mia Mottley van Barbados, duidelijk aangegeven dat ze liever hun visum opgeven dan de bevolking goede gezondheidszorg onthouden. De landen die Cubaanse medici gebruiken, worden beschuldigd van mensenhandel. Suriname heeft zich naar het schijnt half afgedekt opgesteld achter Mia Mottley, maar heeft de ‘boldness’ van de andere Caribische landen niet kunnen opbrengen.
Amerika heeft enkele dagen terug de dag van de bevrijding aangekondigd door aan een 60-tal landen extra importheffingen op te leggen. Guyana behoort tot die landen en heeft een behoorlijk 37% ‘tariff’ opgelegd gekregen. Wat het precies zal betekenen in ons buurland is onbekend. Guyana zal zich moeten schikken naar de eisen van de USA want, ‘we are doing a lot for Guyana’ zullen Trump en zijn BuZa-minister zeggen. De Guyanezen zullen de Amerikanen nooit boos maken, omdat het land zich duidelijk in de verdediging van Guyana heeft opgesteld tegen de imperialistische neigingen van Venezuela.
Guyana haalt opgelucht adem wetende dat de bescherming van de USA er is. Nu is er weer een reisadvies gegeven aan Amerikanen om af te reizen, of juist niet af te reizen naar bepaalde landen of zeer voorzichtig te zijn. Het Caribisch gebied is zwaar afhankelijk van de toeristische sector en Amerikanen bezoeken graag de witte stranden in het Caribische paradijs. Newsweek heeft een kaart gemaakt met de huidige reisadviezen voor Amerikaanse burgers die naar Latijns-Amerika en het Caribisch gebied reizen.
De waarschuwingen, die op 7 april door het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zijn bijgewerkt, classificeren bestemmingen van niveau 1 (“Neem normale voorzorgsmaatregelen”) tot niveau 4 (“Reis niet”), met waarschuwingen die vaak verband houden met zaken als criminaliteit, burgerlijke onrust of beperkingen van het zorgstelsel. Volgens het reisadviesportaal van het ministerie van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zijn landen met een niveau 4 “Reis niet”-aanduiding: Haïti en Venezuela. Venezuela, dat eind 2024 is toegevoegd, staat nog steeds op de lijst vanwege ernstige risico’s, waaronder onterechte detenties, terrorisme, ontvoering, burgerlijke onrust en ontoereikende infrastructuur voor gezondheidszorg.
Verschillende landen, waaronder Jamaica, Guyana en Trinidad en Tobago, hebben een niveau 3-classificatie, wat betekent dat Amerikanen wordt geadviseerd om “Reis te heroverwegen”. Suriname en Frans Guyana zijn “groen”: dat is het hoogste niveau van veiligheid waar toeristen worden geadviseerd gewoon normale veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. In de ergste categorie zijn geen landen geplaatst, wel in categorie 3 (Reis herovewegen). Jamaica en Guyana zijn in deze categorie vanwege “Crime”. Trinidad and Tobago is in deze categorie vanwege ‘Crime’, terrorisme, kidnapping risico’s.
Wat betreft het laatste zou er op Trinidad een ‘state of emergency’ in effect zijn. In de tweede categorie (Wees extra voorzichtig) zitten Bahamas, Belize en Turks and Caico vanwege de criminaliteit. De veiligste landen waar normale veiligheidsmaatregelen worden aangeboden zijn Suriname, Antigua and Barbuda, Barbados, Grenada, Saint Kitts and Nevis, Saint Lucia, Saint Vincent and the Grenadines en Dominica.
Een andere zaak die speelt is het gevoel van onbehagen bij de USA over de Chinese aanwezigheid in het Caribisch gebied. De Amerikaanse Buitenlandse Zaken-minister Marco Rubio was in de regio en hekelde de Chinese aanwezigheid in Guyana en met name ook in Suriname. In Suriname klaagde de Amerikaanse minister over de kwaliteit van de wegen in het buurland die door Chinese bedrijven zijn aangelegd. De Surinaamse president gaf een gepaste antwoord en nodigde de Amerikanen uit om te komen met investeringen. Als die optie er is, dan kan er wat gedaan worden aan de Chinese aanbiedingen.
Caribische landen moeten nu dus voorzichtig zijn met het doen van zaken met de Chinezen. Als je niet oppast volgen er straks ook maatregelen.
Een andere zaak die de Caribische landen zal treffen is de Amerikaanse ontevredenheid in de bijdragen van het land in de multilaterale instellingen. De Amerikanen dragen als wereldmacht voor grote percentages bij aan het VN-systeem. Andere landen moeten nu inkomen en de Amerikanen gaan niet meer zoveel geld geven. Dat zal betekenen dat deze organisaties de ontwikkelingslanden waaronder de Caribische, in mindere mate zullen gaan ondersteunen. De Verenigde Staten is de grootste bijdrager aan de Verenigde Naties en leveren ongeveer 22% van het reguliere budget van de VN en 26,15% van de kosten voor vredeshandhaving in de landen waar VN-verdesmachten aanwezig zijn.
China en Japan, de twee grootste economieën op basis van bruto binnenlands product (BBP), hebben respectievelijk de op één na en op twee na hoogste vastgestelde bijdragen. Vastgestelde bijdragen financieren ook andere VN-organen en fondsen, waaronder gespecialiseerde agentschappen zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO), de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) en het Wereldvoedselprogramma (WFP), UNICEF en UNDP. Wanneer de USA uitvalt kunnen andere landen in het gat springen en daardoor met de hulp van de ontwikkelingslanden proberen om de rol van de USA te verminderen.
Een factor die niet te verwaarlozen zal blijken, is de kracht van het Amerikaans leger.
Onder deze omstandigheden zal de wereld alleen maar een gevaarlijkere plaats worden om te leven met uiteindelijk maar 1 leidende regel: het recht van het sterkste leger. Op dit moment zijn dat de legers van de USA en Israël. Die staan boven het internationaal recht.