Een Surinamer keek eens naar de menigte en schudde zijn hoofd. “Jullie kunnen veertig geleerden verslaan met één feit”, zei hij, “maar één idioot verslaan jullie niet met veertig feiten.”
Hij legde uit: “Een circus politicus praat mooi, maar zijn woorden zijn leeg. Toch juicht de massa, alsof ze goud horen. Waarom? Omdat het makkelijk is. Een leugen die lekker klinkt, is fijner dan een feit dat moeite kost. En wie durft te twijfelen, die wordt uitgelachen. Alsof kritisch denken een zwakte is.”
De Surinamer grinnikte. “En het grappige? Hoe meer de burger de waarheid niet ziet, hoe slimmer hij zichzelf vindt. ‘Ik heb het door!’ roept hij, terwijl hij recht de afgrond in loopt. Alsof blind vertrouwen in een clown een teken van wijsheid is.”
Hij zweeg even. “Maar goed, wie ben ik? Slechts een man die toekijkt hoe een volk zichzelf voor de gek houdt. En de grap? Ze betalen er nog voor ook.”
En zo liep hij weg, terwijl de menigte juichte voor de volgende loze belofte.