De grote Monopoly: Hoe de elite de maatschappij borduurt volgens zichzelf

Of: Waarom de arme man volgens de rijken eigenlijk een geheime miljonair is

In een wereld waar politiek lijkt op een spelletje Wie is de Mol? met alleen maar molshopen, blijkt één ding duidelijk: de elite heeft de regels al eeuwen in handen. Of het nu links, rechts, of iets met kabouters is – zij zitten overal. Het is net een exclusieve club waar alleen toegelaten wordt met een gouden creditcard en een uitnodiging van je grootvader, die toevallig een goudmijn in zijn achtertuin heeft.

Deze zelfbenoemde redders van de natie hebben één ding gemeen: hun liefde voor het spel Budgettetje Schuiven. 

Terwijl de gewone burger worstelt met de energierekening, zijn zij druk bezig met het verplaatsen van miljarden uit de staatskas naar hun eigen offshore-pothondjes. “Zonder ons zou het land toch zinken!”. verzuchtte een anonieme bankier, terwijl hij zijn derde jacht Sparen voor de Toekomst doopte.

Maar het meest absurde is hun overtuiging dat de arme bevolking ‘te veel heeft’. “Die mensen hebben toch een tweedehands fiets? En een dak boven hun hoofd? Dat is toch luxe!”, aldus een vooraanstaand politicus, die recent een penthouse kocht voor zijn goudvis.

De logica? Simpel: als je arm bent, moet je harder werken. En als je dan nog steeds arm bent, nou… dan heb je gewoon niet hard genoeg gewerkt.

Dit systeem, een erfstuk van onze koloniale vrienden die vonden dat ‘de inlanders wel een lesje discipline konden gebruiken’, wordt in stand gehouden door dezelfde lieden die op campagne schreeuwen: “Wij vechten voor de kleine man!” Ja, die kleine man die zij elke keer weer in een hoge hoed proberen te stoppen.

Welkom in het toneelstuk De Staat van Suriname , waar de elite de regisseur, het publiek en de hoofdrolspeler is.

En de rest? Gewoon figuranten met een bijrol in hun eigen leven. Applaus alstublieft – maar niet te hard, want de belasting over het applaus is net verhoogd.

error: Kopiëren mag niet!