Surinaamse banken nemen geen enkel risico om op de zwarte lijst van de Verenigde Staten te belanden, uit vrees voor desastreuze gevolgen voor hun voortbestaan en het Surinaamse bedrijfsleven.
Recent plaatste de VS drie Surinaamse bedrijven op haar sanctielijst vanwege vermeende handelsbanden met Iran, dat onder de VS internationaal boycotregime valt.
Volgens experts zou een blacklisting van Surinaamse banken de geldstroom naar het land kunnen lamleggen, wat een directe bedreiging vormt voor de al kwetsbare economie.
Een van de genoemde bedrijven is International Law Firm Taheri NV, dat in het verleden werd geassocieerd met juridische structuren rond Iraanse olie-export. Hoewel er geen veroordelingen, openbare aanklachten of bewezen overtredingen van Surinaams recht zijn, blijft de reputatieschade groot. Het Surinaamse ministerie van Buitenlandse Zaken benadrukte al tweemaal dat Amerikaanse sancties in Suriname geen juridische basis hebben en dat Taheri NV binnen de wet opereert. Toch kiezen banken voor een ultra-veilige koers.
Juristen bevestigen dat Amerikaanse sanctiewetten in Suriname inderdaad niet rechtsgeldig zijn. Desondanks vrezen financiële instellingen repercussies, zoals het verliezen van toegang tot het VS-dollar-systeem of het internationale betalingsverkeer.
“Banken zullen klanten desnoods opofferen om zichzelf te beschermen”, aldus een anonieme sector insider.
De VS heeft eerder vergelijkbare druk uitgeoefend op Venezuela, waarbij bestuurders van gesanctioneerde bedrijven zelfs reisverboden kregen.
De situatie legt een pijnlijke realiteit bloot: het Surinaamse bankwezen is te fragiel om dergelijke risico’s te dragen. Een verbreking van banden met Amerikaanse correspondentbanken zou import, export en investeringen verlammen.
Hoewel Suriname juridisch weerwerk biedt, overheerst de praktische macht van de VS.
De keuze tussen principieel verzet of economisch overleven drijft het land naar een kritiek kruispunt. Voor nu lijkt voorzichtigheid de enige optie.
