Wie pensioenleeftijd naar 65 wil verhogen, heeft waarschijnlijk nooit écht werk gedaan  

Vakbondsanalist: “Fysiek en mentaal zware jobs maken langer doorwerken onrealistisch”  

De oproep om de pensioenleeftijd te verhogen naar 65 jaar komt vaak van politici en beleidsmakers die zelf achter een bureau zitten – mensen die geen idee hebben hoe slopend fysieke of stressvolle banen kunnen zijn.

Dat stelt vakbondsanalist Jan de Meyer scherp. “Wie voorstander is van langer werken, heeft waarschijnlijk nog nooit een dag in een magazijn, op een bouwplaats of in een zorginstelling gewerkt.”  

Voorbeelden uit de praktijk  

Neem een bouwvakker van 60. Zijn knieën zijn versleten door jarenlange trapbewegingen, zijn rug is een kwetsuurarchief. Of denk aan een verpleegkundige die na decennia nachtdiensten en tillen van patiënten uitgeput is. “Dit zijn geen luxeproblemen”, benadrukt De Meyer. “Zulke werknemers gaan gebukt onder chronische pijn en burn-outs. Langer doorwerken is geen optie – het is een straf.”  

Ook in de industrie zijn de effecten duidelijk. Metaalarbeiders staan bloot aan lawaai, trillingen en repetitieve bewegingen. Veel 60-plussers houden het tempo van de productielijn simpelweg niet meer vol. “Werkgevers praten graag over ‘levenslang leren’, maar investeren weinig in aanpassingen voor oudere werknemers”, aldus de analist.  

Alternatief: eerder pensioen voor zware beroepen  

De Meyer pleit voor een rechtvaardiger systeem: “Mensen met zware jobs moeten júíst eerder kunnen stoppen. Anders creëren we een tweedeling: wie een comfortabele baan heeft, werkt langer, terwijl anderen afhaken met gezondheidsschade.”  

De conclusie is helder: wie de pensioenleeftijd wil optrekken, moet eerst een maand meedraaien in een slachthuis, een school of een vuilniswagen. “Pas dan begrijp je waarom 65 jaar een illusie is voor velen.”

error: Kopiëren mag niet!