Terwijl Marisa Vreedzaam (42) door de schaars gevulde supermarktschappen loopt, telt ze zorgvuldig elke Surinaamse dollar. “Een pak rijst kost nu SRD 150 vorig jaar was dat SRD 100”, zucht ze.
Met drie kinderen en een ziektegeldrekening die maandelijks stijgt, wordt overleven een dagelijkse strijd.
Haar verhaal is geen uitzondering in een land waar de inflatie in 2023 naar schatting 50% bedraagt.
Volgens econoom dr. Raymond is de crisis een gevolg van een “perfecte storm”. “Suriname is extreem afhankelijk van import. Ruim 70% van ons voedsel komt uit het buitenland”, legt hij uit. De zwakke Surinaamse dollar, die sinds 2020 ruim 200% in waarde daalde, maakt importproducten zoals melk, medicijnen en brandstof onbetaalbaar.
Een liter diesel kost nu SRD SRD 44,16.
“Transportkosten stuwen vervolgens weer de prijzen van lokale producten”, aldus dr. Raymond.
De overheid probeert met tijdelijke subsidies op basisvoedsel verlichting te bieden, maar volgens dr. Raymond zijn dit pleisters op een gapende wond. “Subsidies draineren de schatkist.”
Hij wijst op structurele oplossingen: “Investeer in landbouw om importafhankelijkheid te doorbreken. Een ton rijst uit Nickerie kan goedkoper zijn dan uit Thailand, mits we productie moderniseren.”
Ondertussen passen burgers noodgedwongen hun levensstijl aan. Kleine ondernemers zoals bakker Rajiv (54) zien hun klanten verdwijnen. “Mensen kopen nog maar één brood per dag”, zegt hij.
“Overleven is het nieuwe leven”
Hoop is er wel: dr. Raymond benadrukt dat hervormingen, gesteund door internationale partners, kunnen leiden tot stabiliteit. “Maar dan moet er nú meer actie komen, voordat de crisis generaties lang nawerkt.”
Voor gezinnen zoals dat van Marisa is die urgentie voelbaar. “We eten nu een keer per dag”, zegt ze. “Overleven is het nieuwe leven.”