Twaalf leden van de Vereniging Theo Belterman, gevestigd te Amsterdam, waaronder biologen, hebben onlangs een drie weken durende rondreis gemaakt in Suriname.
Ze waren allen onder de indruk van de prachtige natuur die het land te bieden heeft. Maar, in een brief aan Stinasu (Stichting Natuurbehoud Suriname), laat de vereniging ook weten dat haar deelnemers aan de reis “op onaangename wijze” werden getroffen door “de erbarmelijke staat van onderhoud van de accommodaties op de onder uw beheer vallende reservaten zoals Fungu eiland en de Brownsberg”.
“Accommodatie Fungu eiland in staat van verval”
“Op Fungu eiland is alles aanwezig om je in het paradijs te wanen, ware het niet dat de accommodatie in verregaande staat van verval verkeert. De centrale plaats om te koken is niet schoon en er ontbreken de eenvoudigste schoonmaakmiddelen om er zelf wat aan te doen. Omdat de matrassen vol schimmel zitten hebben wij gebruikgemaakt van tentjes en opblaasbare matrassen om een alternatieve slaapplek te hebben”, aldus de vereniging in haar brief aan Stinasu.

Een gebouw met sanitaire voorzieningen was, zo schrijft de vereniging, “bereikbaar via een houten plankier, waar echter op verschillende plekken de planken en balken volkomen verrot zijn. Verschillende mensen zijn erdoor gezakt en hebben dit op wonderbaarlijke wijze en tot onze opluchting zonder botbreuken overleefd.”

“Sanitair op Brownsberg onbruikbaar”
Op de Brownsberg (zie foto top) is de situatie, aldus de Vereniging Theo Belterman, die werd aangetroffen niet veel beter. “Het sanitair was verstopt en onbruikbaar. Bovendien is de weg ernaartoe dusdanig slecht dat onze bus slechts met grote moeite vooruitkwam. Op beide locaties troffen we beheerders die enorm hun best deden, maar over onvoldoende middelen beschikken om het eenvoudigste onderhoud te kunnen uitvoeren.”

“Jarenlang geld verdiend aan toeristen, maar geen geld uitgegeven voor behoud locaties”
De beide locaties in beheer van Stinasu zijn volgens de vereniging “adembenemend mooi en zeer interessant voor iedereen die van de natuur wil genieten”. “Echter, als er niet meer aan onderhoud en beheer van de accommodatie gedaan wordt en de bereikbaarheid niet wordt verbeterd, is het toerisme naar deze plekken een aflopende zaak. Als groep hebben we een aanzienlijk bedrag moeten betalen voor de overnachtingen, van dit geld zou het mogelijk moeten zijn om enig onderhoud uit te voeren. Er is jarenlang wel geld verdiend aan toeristen maar geen geld uitgegeven om ze te behouden.”
“Dringend beroep op Stinasu”
De indringende brief eindigt met een dringend beroep op Stinasu “om de staat van de accommodaties op Fungu eiland en de Brownsberg aan een kritisch onderzoek te onderwerpen”.
De brief is in kopie verzonden aan onder andere het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer, het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme en de Nederlandse ambassade in Paramaribo.
(Bron foto’s: Vereniging Theo Belterman)