Volgens minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BiBiS) kan na vier en half jaar regeren worden vastgesteld “dat we heel wat hebben gerealiseerd”.
“Tegelijkertijd erken ik dat op een aantal punten de realisatie minder goed is verlopen. Persoonlijk denk ik dat bepaalde zaken misschien op een andere manier hadden kunnen worden aangepakt. Maar over het algemeen ben ik tevreden met het macro-economisch herstel van onze economie en met het fundament dat is gelegd om groei en stabiliteit te bewerkstelligen.Er is een zekere mate van rust in de samenleving gecreëerd”, stelt de bewindsman.
Dialoog
“We hebben continu het traject van dialoog gevoerd met het bedrijfsleven en de vakbeweging. Zij hebben het niet makkelijk gehad, maar hebben wel verantwoordelijkheid getoond. Ze wisten waar we stonden, en het is niet alleen de regering, maar de hele samenleving die heeft meegewerkt om stabiliteit te creëren. Daar moeten we dankbaar voor zijn”, sprak Ramdin tegenover lokale media.
“Op het gebied van buitenlands beleid ben ik ervan overtuigd dat ons imago, onze reputatie en de interesse in Suriname sterk zijn verbeterd. Ik ben tevreden met de toegenomen aandacht van investeerders, die nu nadrukkelijk naar Suriname komen om mogelijkheden te bekijken. Het herstel van ons macro-economisch klimaat heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld. Geen enkele investeerder komt als er problemen zijn met wisselkoersen, deviezenreserves of macro-economische parameters. Nu deze zaken op orde zijn, zien we elke maand handelsmissies en investeringsinitiatieven, ook uit verre landen.”
Ontwikkeling
Volgens Ramdin moeten Surinamers samen leren omgaan met deze ontwikkelingen en gezamenlijk werken aan een stabiele toekomst.
“Als we echter weer terugvallen op het oude verhaal van leningen nemen om consumptief te besteden, zullen we langdurige problemen blijven houden. Dat is niet de bedoeling. Er is perspectief op aanzienlijk hogere inkomsten in 2028, maar we moeten daar voorzichtig mee omgaan. Andere landen hebben in het verleden problemen ondervonden door slecht beheer, en daarom is het Stabilisatie- en Welvaartsfonds zo belangrijk. Dit fonds brengt vertrouwen, ook internationaal, doordat er duidelijke checks en balances zijn vastgelegd.”