Ons zonnestelsel telt acht planeten. Deze zijn, te beginnen bij de dichtstbijzijnde, de zon.
De volgorde van afstand tot de zon zijn: Mercurius, de dichtstbijzijnde en kleinste planeet; Venus, bekend om zijn dikke, giftige atmosfeer en extreme hitte; Aarde, onze thuisplaneet en de enige bekende plek met leven; Mars, de rode planeet die vaak wordt gezien als een potentiële toekomstige bestemming voor menselijke exploratie; Jupiter, de grootste planeet in ons zonnestelsel en een gasreus met een kenmerkende Grote Rode Vlek; Saturnus, beroemd om zijn prachtige ringenstelsel; Uranus, een ijsreus die op zijn kant lijkt te draaien; en Neptunus, de verste planeet, gekenmerkt door zijn diepblauwe kleur en krachtige winden.
Samen vormen deze acht planeten het hart van ons zonnestelsel.
Vroeger werd Pluto ook als planeet beschouwd, maar in 2006 werd het door de Internationale Astronomische Unie (IAU) geherclassificeerd als een “dwergplaneet”. Naast deze acht planeten zijn er nog talloze andere objecten in ons zonnestelsel, zoals asteroïden, kometen en dwergplaneten.
Waarom zijn planeten altijd rond?
Het feit dat planeten nooit vierkant of driehoekig zijn, heeft alles te maken met zwaartekracht. Zwaartekracht is de kracht die materie naar elkaar toe trekt. Bij kleine objecten, zoals een boek of een steen, is de zwaartekracht te zwak om de vorm te beïnvloeden. Maar bij objecten met een enorme massa, zoals planeten, is de zwaartekracht sterk genoeg om alle materie naar het middelpunt te trekken.
Hoe meer massa een object heeft, hoe sterker de zwaartekracht. Deze kracht trekt de materie naar binnen, waardoor het object de vorm aanneemt met het kleinst mogelijke oppervlak voor een bepaalde inhoud: een bol. Dit is de meest efficiënte vorm om de zwaartekracht in evenwicht te houden.
Kleinere objecten, zoals asteroïden, hebben niet genoeg massa om bolvormig te worden. Daarom kunnen ze allerlei onregelmatige vormen hebben. Maar planeten zijn zwaar genoeg om door hun eigen zwaartekracht tot een bolvorm te worden gemaakt. Tenminste, bij benadering. Zo zijn planeten vaak een beetje afgeplat aan de polen, als een pompoen, omdat ze om hun as draaien. Ook is geen enkele planeet perfect glad. Neem bijvoorbeeld de aarde: die is bezaaid met bergen, dalen en oceanen.
Conclusie
Planeten zijn dus bolvormig omdat hun zwaartekracht sterk genoeg is om alle materie naar het middelpunt te trekken, waardoor de meest efficiënte vorm – een bol – ontstaat. Ons zonnestelsel telt acht planeten, elk met hun eigen unieke kenmerken. Van de rotsachtige planeten zoals de aarde tot de gasreuzen zoals Jupiter, elk van deze werelden vertelt een verhaal over hoe ons zonnestelsel is gevormd en geëvolueerd.
