Leerkrachten die vanwege deelname aan de verkiezingen vrijgesteld zullen zijn van de dienst, zullen extra druk leggen op het al bestaande leerkrachtentekort in het onderwijs. Onderwijs-minister Henry Ori maakt zich grote zorgen hierover, omdat scholen dan in het derde kwartaal zitten en er cruciale voorbereidingen moeten worden getroffen voor repetities en examens.
Deze situatie zal volgens de minister consequenties kunnen hebben voor de algemene leerresultaten in het land.
Leerkrachten en schoolleiders die op de kandidatenlijsten prijken van de 14 politieke partijen die aan de verkiezingen meedoen, en gebruik zullen maken van de vrijstellingsregeling van de overheid, zullen gedurende gemiddeld 6 weken afwezig zijn. Het reeds bestaande tekort aan leerkrachten zal alleen maar groter worden.
Het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur zal vanwege de ernst van het leerkrachtentekort een beroep blijven doen op onderwijsgevenden om gedurende de ochtenduren toch hun verantwoordelijkheid te nemen op hun respectieve scholen. Het wordt een groot probleem om bij afwezigheid van leerkrachten gedurende gemiddeld zes weken op weg naar de verkiezingen, de onstane gaten te vullen.
25 procent komt uit onderwijssysteem
Minister Ori zegt nog niet te weten om hoeveel leerkrachten het exact zal gaan. Hij schat in dat zeker 25 procent van alle kandidaten van de verschillende politieke partijen op ressortraads-, districtsraads- en Assemblee-niveau, afkomstig zijn uit het onderwijssysteem.
Om landelijk alle kandidatenlijsten te kunnen invullen heeft een politieke partij gemiddeld 1000 kandidaten nodig. Met 14 aan de verkiezing deelnemende politieke partijen komt men gauw op een totaal van rond de 14.000 kandidaten. Als de inschatting van 25 procent van de minister juist is, dan gaat het inderdaad om een behoorlijk aantal leerkrachten en onderwijsgevenden die de komende 6 weken tot 2 maanden afwezig zal zijn om politieke campagne te voeren.
Het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur zal de komende dagen een inventarisatie maken van leerkrachten en onderwijsgevenden die gebruik zullen maken van de vrijstelligsregeling in verband met deelname aan de verkiezingen. Leerkrachten en onderwijsgevenden zullen moeten aantonen dat zij inderdaad op een kandidatenlijst van een politieke partij staan.