In een gedurfde zet heeft de fictieve partij “Partij voor Collectief Medelijden” (PCM) haar campagne gelanceerd met een reeks dramatische televisiespots. In één spot huilt een boer bij zijn verdorde rijstveld, terwijl een voice-over snikt: “Deze oogst mislukte omdat ú vorige keer thuis bleef.”
Een ander toont een kind zonder schoolboeken: “Elke niet-uitgebrachte stem is een trap tegen onze toekomst!” PCM-leider Harald Tranendal legt uit: “Als schuldgevoel niet werkt, wat dan wel? Wij bieden een dienst: stemmen uit compassie, niet uit overtuiging.”
Critici noemen het “emotioneel chantage-bingo”, maar de peilingen stijgen. Zelfs een regionale overstroming werd door PCM gelinkt aan “onvoldoende democratische toewijding”. Intussen kopieert coalitiepartner “Eenheid door Angst” (EdA) de tactiek, met billboards waarop pensioengerechtigden dreigen: “Stem of wij eten uw kleinkind.”
Commentaar van politiek analist Joris Makandi:
“Dit is helaas geen satire, maar een logisch vervolg op decennia van Surinaamse campagnetradities. Herinnert u zich de verkiezingen van 2015, toen de NDP riep: ‘Geen stem, geen wegen’? Of de andere partij die in 2020 waarschuwde dat ‘abstinentie het land aan China verkocht’?
Schuld als wapen is niets nieuws. Maar PCM tilt het naar absurd niveau: straks krijgt mijn goudvis nog de schuld als ik niet stem. Ironisch genoeg werkt het wél—want wie wil er nu geen nationale held zijn door één rood potlood?”
Moraal: In de Surinaamse politiek is geen drama te gek, zolang het maar stemmen oplevert—zelfs als die stemmen komen uit schaamte, niet uit vertrouwen.