Het citaat van Fethullah Gülen benadrukt een fundamentele waarheid: diversiteit vereist respect, anders leidt het tot conflict.
Helaas zien we dat politieke en institutionele machtsstructuren deze wijsheid vaak negeren.
Waarom misbruiken sommige autoriteiten diversiteit, en waarom rekenen zij op “zwakke denkers”?
Ten eerste wordt diversiteit soms geïnstrumentaliseerd om repressie te legitimeren.
Bijvoorbeeld door etnisch profileren of het rechtvaardigen van surveillance in “probleemwijken” onder het mom van “veiligheidsbeleid”.
Dit creëert een schijnbaar moreel alibi voor systematische onderdrukking van minderheden.
Tegelijkertijd wordt maatschappelijke verdeeldheid aangejaagd via polariserende retoriek (bijvoorbeeld over immigratie of religie), waardoor burgers tegen elkaar worden uitgespeeld. Een verdeelde samenleving is immers makkelijker te controleren.
De focus op “zwakke denkers” – mensen die gevoelig zijn voor simplistische propaganda of angstzaaierij – is hierbij cruciaal.
Door angst te cultiveren voor de “ander” (religieus, cultureel of etnisch), wordt een vijandbeeld gecreëerd dat afleidt van structurele problemen zoals ongelijkheid of machtsmisbruik.
Media-aandacht voor geïsoleerde incidenten, uitvergroot tot “crises”, voedt dit narratief.
Kritisch denken wordt ondermijnd, waardoor burgers meegaand blijven in autoritaire maatregelen.
Om zich te bewapenen tegen machtsmisbruik en verdeeldheid, zijn onderwijs en bewustwording cruciaal: mediawijsheid en historisch besef doorbreken manipulatie. Solidariteit via intersectionele bondgenootschappen versterkt weerbaarheid tegen verdeel-en-heers tactieken. Transparantie eisen, zoals onafhankelijke toezichtsorganen, en juridische actie ondersteunen de strijd tegen racisme en machtsmisbruik.
Uiteindelijk ligt de kracht in collectieve waakzaamheid. Alleen door kritisch te blijven, machtsstructuren te bevragen en verbinding te zoeken, kan een samenleving ontstaan die diversiteit niet als bedreiging ziet, maar als kracht.