Op 6 november 1944 werd Lord Moyne, de Britse minister die in het Midden-Oosten resideerde, in Caïro doodgeschoten door leden van de zionistische terreurgroep Lehi (later geleid door de Israëlische premier Yitzhak Shamir). Zijn misdaad? Hij verzette zich tegen onbeperkte Joodse immigratie naar Palestina, waarvan hij vreesde dat het Palestijnen zou verdrijven. De moordenaars, Eliahu Hakim en Eliahu Bet-Zuri, werden in 1945 door de Britse autoriteiten opgehangen. Maar in Israël worden ze gevierd: straten dragen hun namen, scholen onderwijzen hun “heldendom” en hun graven zijn nationale monumenten.
Dit is geen oude geschiedenis. Het is het DNA van een staat die is gebouwd op het tot zwijgen brengen van critici — Westerse of Palestijnse — door middel van geweld.
Fast-forward naar 2024: Israël bombardeert Gaza, waarbij meer dan 15.000 kinderen omkomen, terwijl politici als Ben Gvir (een volgeling van Lehi’s ideologie) oproepen om Palestijnse steden te ‘wissen’ en te vervangen door nederzettingen.
Het draaiboek is niet veranderd. In 1944 vermoordde Lehi een Britse functionaris om koloniale doelen af te dwingen. Vandaag vermoordt Israël Palestijnse families om ze te verstevigen. De wereld veroordeelde Lehi als terroristen, maar financiert nu hun ideologische erfgenamen met miljarden aan wapens.
Wanneer zal het Westen toegeven: Israëls ‘veiligheid’ heeft altijd etnische zuivering betekend, of het nu ging om Britse ministers in 1944 of de kinderen van Gaza in 2024. Het oordeel van de geschiedenis is duidelijk. Onze medeplichtigheid? Onvergeeflijk.
Bronnen: BBC History, Israeli National Archives, Jewish Virtual Library