In de turbulente politieke geschiedenis van Suriname, waar machtsstrijd en verdeeldheid vaak centraal staan, blijft het gebruik van emotionele strategieën een terugkerend thema.
Een bijzonder krachtige tactiek is het aanspreken van schuldgevoelens om burgers te motiveren om naar de stembus te gaan. Dit mechanisme werd bijvoorbeeld zichtbaar tijdens de verkiezingen na de militaire regering onder Desi Bouterse in de jaren ’80 en ’90. Campagnes hamerden erop dat “het land lijdt als jij niet stemt” – een boodschap die vooral gericht was op jongeren en minder actieve kiezers.
Deze aanpak werkt doordat schuldgevoel een sterke emotie is die mensen kan dwingen tot actie. In een samenleving zoals Suriname, waar etnische diversiteit vaak wordt uitgespeeld in politieke campagnes, wordt deze druk nog groter. Denk aan de slogan die werd gebruikt tijdens de verkiezingen in 2010: “Jouw stem telt voor de toekomst van je kinderen.” Hoewel dit op zich een positieve boodschap lijkt, suggereert het ook dat nalatigheid schade kan berokkenen aan de volgende generatie – een impliciete vorm van schuldgevoel.
Volgens Vincent, politiek analist, is het gebruik van schuldgevoelens een dubbelzijdig zwaard. “Aan de ene kant kan het burgers bewuster maken van hun democratische plicht”, legt hij uit. “Maar aan de andere kant kan het manipulatief zijn en leiden tot ondoordachte keuzes. De kunst is om burgers te informeren zonder hen onder druk te zetten.”
Uiteindelijk blijft de vraag of schuldgevoel een effectieve of ethische manier is om burgers te mobiliseren. Het antwoord ligt misschien in transparantie en educatie, zodat kiezers niet alleen stemmen uit angst of druk, maar uit overtuiging.