Suriname worstelt al decennia met een politieke cultuur die, volgens critici, wordt gekenmerkt door gebrek aan discipline en dienstbaarheid. In plaats van verantwoordelijkheid te nemen, zouden politici een “cultuur van laat lantie alles betalen ” (een Surinaams begrip voor nalatigheid en gemakzucht) hanteren, waarbij publieke middelen worden gezien als persoonlijk bezit.
Zo worden overheidsgelden, belastinginkomsten en internationale steun regelmatig ingezet voor persoonlijke verrijking in plaats van maatschappelijke ontwikkeling.
Dit leidt tot frustratie onder burgers, die zich juridisch en economisch uitgeput voelen.
Rwanda: Een model van zuinigheid en verantwoordelijkheid
Het contrast met Rwanda is schrijnend. Na de genocide van 1994 herbouwde het land zich door radicaal ander leiderschap. Rwanda’s regeringsfunctionarissen krijgen geen dure auto’s, villa’s of bewakers. Ministers gebruiken een bescheiden transportvergoeding voor privévoertuigen en huren zelf woningen. Het “nulvlootbeleid” en transparante budgetten symboliseren een cultuur waar pracht en praal zijn vervangen door efficiency. Dit systeem, mogelijk gemaakt door strikte anti-corruptiewetten en moreel leiderschap, heeft Rwanda economisch en sociaal doen herrijzen.
Suriname’s koloniale erfenis
Critici wijten Suriname’s problemen aan een koloniale erfenis: een model waarbij een kleine elite in luxe wordt gehouden om verzet te smoren. Deze groep, ooit gesteund door kolonisatoren, blijft via politieke netwerken profiteren van staatsmiddelen.
Door de massa tevreden te houden met minimale toegang tot basisvoorzieningen, behoudt de top ruimte voor verkwisting. Zo wordt een cyclus van onderdrukking in stand gehouden, waarbij loyaliteit aan de elite wordt beloond en kritiek wordt gesmoord.
Conclusie
Terwijl Rwanda laat zien dat leiderschap en verantwoording transformatie kunnen brengen, blijft Suriname steken in een systeem van korte-termijnbelangen. Zonder een cultuuromslag – weg uit de schaduw van koloniale uitbuiting – zal het land moeite houden om haar volk écht te dienen. Rwanda’s voorbeeld daagt uit: politiek leiderschap vraagt niet om privileges, maar om offers.