Men is er altijd vanuit gegaan dat een ander een helpende hand bieden, een humaan en fatsoenlijk gebaar is, dat hoort bij een geciviliseerde wereld. Een blik in de wereld laat zien dat vooral arme landen worden geholpen. Dat is een prachtig gebaar, maar jammer genoeg schuilt er vaak een addertje in het gras.
Het blijkt dat geen enkel land onbaatzuchtig helpt, er is altijd eigenbelang bij. De tegenstelling tussen egoïsme en altruïsme (onbaatzuchtig) is niet zo zwart-wit als die misschien lijkt. Men kan ook hulp bieden vanuit egoïstische overwegingen. Iemand kan iets goeds doen voor een ander om zichzelf goed te voelen, het leed van anderen niet te hoeven aanzien, om later hulp terug te verwachten of om anderen goed over hem te laten denken. Altruïsme kan een soort statussymbool zijn. Je wilt dan laten zien dat je rijk bent en geld kan doneren. Iemand kan dus iets goeds doen uit oprecht altruïsme of uit strategisch oogpunt. Mensen die alleen maar strategisch aardig zijn, leggen hun hart niet in dat humane gebaar.
Het is erg belangrijk dat altruïstisch gedrag bestaat, ongeacht of het motief wel honderd procent altruïstisch is. Er zijn nu eenmaal mensen die af en toe humanitaire hulp (materiële en logistieke steun) nodig hebben, daar er veel leed wordt veroorzaakt door allerlei (door de mens veroorzaakte) rampen, zoals gewapende conflicten en oorlogen of door natuurrampen (droogte, aardbevingen, tsunami’s, orkanen). Aardbevingen, overstromingen en oorlogen treffen miljoenen mensen. Om te kunnen overleven hebben deze mensen humanitaire hulp nodig.
Ook is er ontwikkelingshulp die ten doel heeft steun te verlenen aan de economische, ecologische, sociale en politieke ontwikkeling van ontwikkelingslanden op langer termijn.
Toch heeft hulpbieden een keerzijde. Mensen en landen raken er namelijk aan gewend en zetten zich niet in voor zelfredzaamheid. Ze blijven leunen en hulp verwachten en als dat plots weg dreigt te vallen, zoals er op dit moment in Europa en bij vele hulporganisaties gebeurt, breekt er paniek uit. De huidige regering van Nederland zoekt naar mogelijkheden om te bezuinigen. In het kader daarvan wil men bezuinigen op ontwikkelingshulp, met het gevolg ruzie en paniek.
Ook in Suriname heeft dit probleem jarenlang gewoekerd. Men heeft het volk gepamperd, pakketten en subsidies gegeven, kortom men heeft het volk op de staat laten leunen en ze niet zelfredzaam gemaakt. Daarom brak er paniek uit toen de huidige regering het volk dwong om uit die zeepbel te stappen en de realiteit onder ogen te zien. Het volk moest worden opgevoed tot zelfredzaamheid. Santokhi kreeg een hele lading verwijten en gescheld over zich heen en werd op allerlei manieren tegengewerkt. Mensen hadden geen inzicht in de situatie, ze begrepen niet dat deze harde aanpak de enige en juiste was om Suriname weer op de rails te krijgen dus bleven ze roepen, ‘ we willen Bouterse terug, we`pina!’
Ook nu het bewijs is geleverd dat dit de juiste aanpak was en dat we op de goede weg zijn, zal er altijd een groep zijn die ziende blind blijft en blijft roepen om een regering die hun afhankelijke houding voedt.
Altruïsme wil zeggen dat je niet gericht bent op eigenbelang, het welzijn van je medemens staat centraal, er is geen financieel gewin, kortom het is de tegenpool van “egoïsme waar ik” centraal staat. Mensen besteden hun tijd, kennis of geld ten behoeve van de medemens. Dat klinkt zo mooi en toch zijn er valkuilen voor die altruïsten. Je kan jezelf namelijk slopen door teveel voor anderen te doen, ook kunnen mensen misbruik van je maken. Als je altijd alleen maar gericht bent op het welzijn van anderen, wordt zelfverloochening een gewoonte en raak je wellicht het zicht kwijt op je eigen behoeften. Het gevolg kan zijn dat je de regie over je leven verliest. Biedt daarom alleen hulp waar er echt behoefte aan is en als erom wordt gevraagd. Ken de grens tussen zorgzaam en te zorgzaam, betrokken en over-betrokken zijn.
Ook is er een valkuil voor degenen die hulp ontvangen. Men wordt namelijk te afhankelijk en niet zelfredzaam. Kijk maar wat er op dit moment in Europa gebeurt. Europa werd er plots mee geconfronteerd dat ze te afhankelijk waren geworden van Amerika en daarom noodgedwongen moeten dansen naar de pijpen van een op macht beluste man, die niet inziet dat macht over anderen eigenlijk zwakte is, vermomd als kracht. Wie achter macht aan holt, rent slechts in één richting en ziet het grote plaatje niet. Wie steeds probeert te schijnen, zal zijn eigen batterijen verzwakken waardoor zijn licht afzwakt. Wie over zichzelf blijft opscheppen, kan anderen zand in de ogen strooien, maar zal nooit weten wie hij werkelijk is.
Ook Suriname verkeert in een soortgelijke situatie. De regering Bouterse heeft ons land opgezadeld met een miljarden schuld, waardoor Suriname nu moet dansen naar de pijpen van de schuldeisers. Vooral China heeft dit land in een wurggreep. Het besef dat een ander land de macht over je heeft, geeft een onveilig en machteloos gevoel. Om onder dat juk vandaan te komen, moet Suriname zo snel mogelijk van die afhankelijkheid af zien te komen en op eigen vleugels gaan vliegen.
A bird sitting on a tree is never afraid of the branch breaking, because its trust is not on the branch but on its own wings. Josta Vaseur