Pas in de 20ste eeuw begon de wereld zich bewust te worden van de urgentie om onze planeet te beschermen tegen milieuschade en klimaatverandering. Echter, de islam heeft al bij haar ontstaan, meer dan 1400 jaar geleden, de principes van milieubescherming en duurzaamheid vastgelegd in de Koran en de Hadith. Deze leerstellingen benadrukken het belang van het behoud van de natuur als een vorm van verantwoordelijkheid jegens God.
De aarde wordt in de islam gezien als een vertrouwen van God (Koran 33:72). Moslims worden aangemoedigd om de natuur met respect te behandelen en niet te verspillen. De Profeet Mohammed (vrede zij met hem) zei: “Verspil geen water, zelfs niet als je aan de oever van een stromende rivier staat.” Dit geldt ook voor voedsel en andere hulpbronnen. Tijdens Ramadan, wanneer moslims vasten, leren ze bewuster om te gaan met wat ze hebben en waarderen ze de zegeningen van de aarde des te meer.
Ook wordt de mens aangemoedigd om de balans in de natuur te handhaven. De Koran spreekt over de harmonie die God heeft geschapen tussen alle levende wezens: “En er is geen levend wezen op aarde dat niet door God onderhouden wordt” (Koran 11:6). Dit principe inspireert tot het beschermen van ecosystemen en het voorkomen van uitbuiting van de natuurlijke hulpbronnen.
Een treffend voorbeeld is de traditie van het planten van bomen. De Profeet zei: “Als de laatste dag aanbreekt en iemand heeft een boom geplant, zelfs als hij nog niet vrucht draagt, zal hij beloond worden alsof hij het voltooide werk heeft verricht.” Deze lessen tonen aan dat de islam altijd al een visie had op duurzaamheid, lang voordat het een wereldwijde zaak werd.
Door deze principes te omarmen, kan de wereld veel leren van de islamitische kijk op milieu en duurzaamheid. Het gaat niet alleen om het behoud van de aarde, maar ook om het herstellen van de verbondenheid tussen mens en schepping.
Farzia M.
