Sinds het verkrijgen van autonomie in 1954 heeft Suriname een voorspoedige ontwikkeling meegemaakt dankzij ontwikkelingsprogramma’s van de koloniale overheid zoals het Welvaart Fonds, het Tienjarenplan, het eerste en tweede Vijfjarenplan. Het tweede vijfjarenplan eindigde in 1977. Daarna is het bergafwaarts gegaan met de ontwikkeling van Suriname. Sinds de onafhankelijkheid hebben politici van het creools nationalisme het land geregeerd. De perioden van president Shankar en van Santokhi hebben aan de trendmatige ontwikkeling geen halt kunnen toeroepen. De geheime agenda van het creools nationalisme betrof het concept van voorkomen van hindoestaanse overheersing en van toepassing van etnische evenwichten in het beleid. Alhoewel het land sinds 1975 meer dan 65 miljard Amerikaanse dollars heeft verdiend is daarvan minder dan 1% geïnvesteerd in de verdiencapaciteit. Het resultaat is dat Suriname een narco staat is geworden.
Geen crisis in 2020
Alhoewel sommige politici beweren dat Suriname in 2020 in crisis verkeerde, zonder nader de aard van de crisis te preciseren, is het juister om te stellen dat Suriname sinds het einde van de 19e eeuw in permanente financieel-economische crisis verkeerde vanwege de beëindiging van de plantage-economie. De Surinaamse overheid was een bodemloze put en de kolonisator moest tot 1975 de begroting ondersteunen, daarna kwamen de verdragsmiddelen van het ontwikkelingsverdrag ter beschikking. Dat geld is grotendeels ook verdampt. Voor het jaar 2000 was het zo dat de staat voor alle importen deviezen ter beschikking stelde. Sinds het jaar 2000 is dat niet zo en financiert de particuliere sector de importen zelf. Dit betekende een fikse verlichting voor de deviezen pot van de Surinaamse overheid.
Echter hebben de diverse regeringen deze verlichting niet aangegrepen om te investeren in de verdiencapaciteit, maar zijn juist uitbundig verder gaan parasiteren op de samenleving. In 2020 was het land niet failliet, niet bankroet en genoot jaarlijks deviezeninkomsten groot circa 600 miljoen Amerikaanse dollars. En dat is belangrijk voor de liquiditeit. Vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw tot circa het jaar 2000 bedroegen de deviezen inkomsten van de staat circa 375 miljoen Amerikaanse dollars en daarmee werden alle importen betaald. Het land had wel grote schulden in 2020, maar de grootste schuld was die van Oppenheimer en die was tot stand gekomen dankzij mismanagement van het nieuw Front die de grove corruptie bij staatsolie gedoogde.
Uiteindelijk zijn deze schulden geherstructureerd, wat beslist geen huzarenstuk is immers schuld herstructurering is de gewoonste zaak ter wereld.
De politieke partijen die het land geregeerd hebben sinds 2000 zijn de NDP, de VHP, de NPS en in mindere mate de KTPI en de Pendawa Lima.
Olie en gas
De financieel-economische crisis is nog steeds manifest. Er is geen begrotingsevenwicht, geen monetaire evenwicht, en geen stabiele wisselkoers. De rentetarieven zijn absurd hoog.
De reële sector ligt op zijn gat. Schepping van productieve werkgelegenheid is nihil.
Met de inkomsten uit olie en gas heeft Suriname de laatste en enige kans om zich te verheffen tot een ontwikkeld land. De kiezer moet de fout niet maken om dezelfde partijen die in 50 jaar geen enkele ontwikkeling van enige importantie tot stand hebben kunnen brengen, om die partijen weer in het zadel te helpen.
Richard B Kalloe