Suriname en andere Caribische landen profiteren van Chinese investeringen

De afgelopen decennia hebben verschillende Caribische landen, waaronder Suriname, Guyana, Trinidad & Tobago, Barbados en Jamaica, aanzienlijke infrastructuurinvesteringen uit China ontvangen. Deze investeringen hebben geleid tot economische groei en verbeterde regionale connectiviteit, maar roepen ook vragen op over bestuur en lange termijn afhankelijkheid.

Suriname heeft bijvoorbeeld meer dan 800 miljoen dollar aan Chinese leningen ontvangen, wat neerkomt op bijna 30% van het BBP (Bruto Binnenlands Product). Deze fondsen zijn gebruikt voor bruggenbouw, wegverbeteringen en agrarische modernisering. Guyana, met een schuld van bijna 900 miljoen dollar aan China, heeft belangrijke infrastructuurprojecten gefinancierd, zoals de Georgetown-Lethem-weg, die de handel met Brazilië bevordert.

Trinidad & Tobago heeft ongeveer 750 miljoen dollar aan Chinese leningen gebruikt voor gezondheidszorg en transportinfrastructuur, terwijl Barbados en Jamaica respectievelijk 1 miljard en 2,1 miljard dollar hebben ontvangen voor toerisme- en transportprojecten.

Hoewel deze investeringen de economieën van de regio hebben gestimuleerd, blijven zorgen over schuldbeheer en economische stabiliteit bestaan. Landen werken aan diversificatie en fiscale hervormingen om duurzame groei te waarborgen.

error: Kopiëren mag niet!