Suriname en Guyana blijven streven naar visumvrij reizen voor hun burgers naar het Schengengebied. Voor Surinamers met name naar Nederland. Hoewel Surinaamse autoriteiten vaak optimistische signalen afgeven, blijft een concrete doorbraak uit.
Nederland kan niet zelfstandig beslissen over visumvrijstelling, omdat alle 27 Schengenlanden hierover unaniem moeten beslissen.
Het Schengengebied, bestaande uit 27 Europese landen, staat bekend om zijn opengrenzenbeleid. Binnen dit gebied kunnen burgers van deelnemende landen vrij reizen zonder paspoortcontroles. Voor niet-EU-landen, zoals Suriname en Guyana, geldt echter een visumplicht.
Ook Guyana zet zich in voor visumvrij reizen voor zijn burgers. Ambassadeur Sasnarine Singh, vertegenwoordiger van Guyana in België en de EU, pleitte onlangs tijdens een bijeenkomst in het Europees Parlement voor een visumvrije overeenkomst. President Irfaan Ali van Guyana heeft eerder kritiek geuit op de strenge visumvereisten en vroeg om versoepeling.
Guyana heeft betere kaarten in handen dan Suriname, mede dankzij zijn olierijkdom en lidmaatschap van het Britse Gemenebest.
Het land heeft recentelijk stappen gezet, zoals de introductie van een e-paspoort en de mogelijkheid om Schengenvisa lokaal aan te vragen. Frankrijk, een Schengenland, opende vorig jaar een ambassade in Guyana, wat de banden versterkt.
Voor Suriname blijft de situatie complex. Hoewel Nederland historische banden heeft met Suriname, is het Schengenbeleid gebaseerd op gezamenlijke besluitvorming. Suriname zal aan strikte criteria moeten voldoen, zoals verbetering van paspoortbeveiliging en vermindering van illegale migratie, voordat visumvrij reizen mogelijk wordt.
Beide landen blijven hopen op een doorbraak, maar voorlopig blijft visumvrij reizen naar het Schengengebied een verre droom.