Wij verwelkomen het dat het onderzoek naar de moord op de vermoorde politie-inspecteur Herman Gooding weer is opgestart. Het zou voor de derde keer zijn dat dit gebeurt. Het politiebureau te Nieuwe Haven is ook vernoemd naar de vermoorde politie-inspecteur Herman Gooding. De vernoeming is terecht en een zeer goede zaak, maar de regering moet het gebouw dan ook altijd in goede staat houden.
Het is goed dat de regering heeft aangehaald dat ook een politieman tijdens de staatsgreep is omgekomen door vuur afkomstig van de militairen. Dat is de politie-agent Mohamed Ramdjan Soeltan. Het is goed dat de regering, de politiebond en de media deze namen levend houden en op de geschikte momenten ook herhalen. Soeltan’s graf ligt op een islamitische begraafplaats aan de Indira Gandhiweg. Tijdens de coup vielen ten minste vijf slachtoffers: twee militairen, een politieman en twee burgers. Bij de overname van de munitiebunker aan de Doekhieweg werd sergeant-majoor Comvalius doodgeschoten bij de coup van 25 februari 1980. In de nacht van 24 op 25 februari 1980 draaide agent Soeltan extra surveillancedienst. Vanwege acties van militairen die staakten omwille van een vakbondsconflict waren in Paramaribo buitengewone ordemaatregelen getroffen. Toen er tussen 2 en 3 uur in de ochtend bij de meldkamer van de politie schoten in de omgeving van de Memre Boekoe Kazerne werden gerapporteerd, besloten de dienstdoende agenten langs de kazerne te rijden om te informeren of de militairen iets hadden gehoord. Ze wisten toen nog niet dat de actievoerende militairen hadden besloten tot een coup en dat het kamp reeds was ingenomen.
De wachtcommandant van de kazerne, luitenant Van Aalst, was daarbij doodgeschoten.
Politieman Freddy de Mees zat achter het stuur van het Volkswagen bestelbusje, met links van hem collega Soeltan en achterin agent Roy Jones, toen ze plotseling schoten hoorden. Soeltan werd geraakt en overleefde de aanval niet. Soeltan’s lijk werd pas om 11 uur ’s morgens door de rebellerende militairen opgehaald.
Herman Gooding werd in 1943 in Nickerie geboren. Hij werkte bij de politie en was in augustus 1990 coördinator bijzondere delicten bij de politierecherche. In deze tijd werd de Binnenlandse Oorlog (1986-1992) gevoerd tussen het Nationaal Leger onder leiding van Desi Bouterse en het Junglecommando onder leiding van Ronnie Brunswijk. Gooding had meerdere zaken in onderzoek. Een ervan was het bloedbad van Moiwana aangericht door het regeringsleger waarin hij 3 verdachten in beeld had. Ook onderzocht hij in deze tijd een drugsvangst in het nabijgelegen Moengo. De politie had een partij cocaïne in beslag genomen die naar verluidt door de overleden coupleider Desi Bouterse werd teruggeëist.
Op 4 augustus 1990 ging hij naar Fort Zeelandia, het hoofdkwartier van de Militaire Politie, om opheldering te vragen over de gevangenneming van twee agenten. Waarnemend commandant Cliff Gangpat wilde de agenten pas vrijlaten wanneer ook een militair vrijkwam die de nacht ervoor in een dancing was opgepakt. Hij dreigde anders het politiebureau aan te zullen vallen. Gooding antwoordde dat hij dat niet kon doen, omdat het onderzoek nog gaande was. Kort nadat Gooding het Fort verliet, werd hij doodgeschoten.
In dezelfde nacht vond ongeveer een kwartier lang met automatische wapens een beschieting plaats op het politiebureau Nieuwe Haven, dat de werkplek van Gooding was en nu naar hem is vernoemd. Gooding werd gevonden nabij het Monument voor de Gevallenen te Waterkant. Kort na zijn dood werden zijn onderzoeken over Moiwana en het drugstransport bij Moengo stopgezet. Geen van de daders is ooit opgepakt.
Gooding was ook belast met het onderzoek naar de beschieting van enkele bureaus door de politie. Hij was in deze periode ook bedreigd door de gewapende inheemse groep de Tucajana’s. Zowel de politiebond toen als de Nederlandse regering verklaarden de militairen te verdenken dat ze iets met deze moord te maken hebben.
De Tucajana Amazones was een guerrilla-commandogroep in Suriname van inheemse volkeren. Veel leden van de groep die bekend werd als Tucajana Amazones waren soldaten geweest tijdens de Binnenlandse Oorlog die aan de zijde van het Surinaamse Nationaal Leger vocht tegen het Junglecommando. De groep voelde zich verraden door het Vredesakkoord van Kourou uit 1989, een staakt-het-vuren-akkoord tussen het Junglecommando en het Nationaal Leger, dat de marrons meer rechten gaf, maar de inheemse rechten verwaarloosde. Human Rights Watch en de Organisatie van Amerikaanse Staten beweren dat de Tucajana altijd een volmachtleger van het Nationaal Leger was. Een oorlog bij volmacht (Engels: proxy war) is een conflict waarbij één partij een andere partij, de gevolmachtigde, een oorlog laat voeren, en daarbij als achterman optreedt. De grootmacht levert economische, ideologische, logistieke en/of militaire steun.
Na zijn dood namen de spanningen in Paramaribo toe, waarbij zowel militairen als burgerpolitieagenten met zware wapens door de straten liepen.
Ondertussen kondigde de Surinaamse Politiebond (SPB) een staking af die pas na anderhalve week gedeeltelijk werd opgeheven. Onder het hogere politiekader ontstond een exodus naar het buitenland. De politiebond eerde de vermoorde Gooding in 2016 met een postuum aan zijn familie uitgereikte award. We hopen dat het onderzoek naar de moord op Herman Gooding goed start en ook wordt afgerond.
(Foto: links Alfred Comvalius / boven: Ignatius van Aalst / onder: Mohamed Soeltan)