Door de ABOP is de belofte gedaan dat iedereen een arts moet kunnen bezoeken zonder dat ze hoeven te betalen. Dat zei de partijvoorzitter bij de viering van het 35-jarig bestaan van de partij. De ABOP belooft hier verandering te brengen naar iets dat al bestaat. In 2014 voerde de Bouterse-I regering de nationale basisizorgverzekering bij wet in. Vanaf dat moment, ergens in 2015 bij de inwerkingtreding van de wet, is het voor alle burgers verplicht om een basiszorgverzekering te hebben. Niemand in Suriname moet onverzekerd zijn, want de wet geeft aan dat iedereen verzekerd moet zijn. Dat is als volgt.
De ondernemers en de zelfstandigen die verzekeren zichzelf. Daarnaast is iedereen met inkomen een werknemer. Deze moeten door de werkgever worden verzekerd en kunnen afspraken worden gemaakt over het gezin als dat er is. Ook kan worden afgesproken hoe de gezinsleden worden verzekerd. Als ze al verzekerd zijn op legale wijze dan kan dat worden voortgezet. Als dat niet het geval is, dan kan in samenspraak met de werkgever het gezin worden meeverzekerd. Als we de ondernemers en zelfstandigen en de werknemers en hun gezinsleden aftrekken, dan blijven in de gemeenschap over: de werklozen (die minder draagkrachtig zijn) waaronder de mensen met een beperking en de schoolgaanden. Vanaf 2015 is er voor deze groepen een goede regeling vanuit de regering en dat is het volgende.
Alle Surinamers tot 16 jaar en vanaf 60 jaar hebben recht op een kosteloze basiszorgverzekering. Daarvoor wordt een Bazo-kaart uitgegeven waarvan de premies geheel en al door de regering worden betaald. Dan blijven de werklozen over in de categorie 16 tot 60 jaar. Als deze personen daadwerkelijk werkloos zijn en behoeftig, dan komen ook deze personen in aanmerking voor een Bazo-kaart waarmee men naar de dokter kan. Ook mensen die behoren tot een zwak huishouden en mensen met een beperking komen in aanmerking voor een gratis basiszorgverzekering. Alle ambtenaren in het land, tussen de 30.000 en de 40.000 personen, hebben al de beschikking over de SZF-verzekering. Van de werkende mensen in de private sector hebben volgens een bericht van de regering ongeveer 15.000 een ziektekostenregeling op basis van een collectieve overeenkomst.
Dat betekent dat vrijwel iedereen in het land een ziektekostenregeling heeft. Dat betekent dat de ABOP op dit stuk niets meer echt te doen heeft wat betreft de dekking, want dat is al geregeld door de laatste Bouterse-regeringen. Overigens moet ook gezegd worden dat door een Bouterse regering ook het Staatsziekenfonds is opgezet. Het kan dus zeker gezegd worden dat alles wat met ziektekostenverzekering te maken heeft, en dat is altijd een heel groot verkiezingsissue in grote ontwikkelde landen, geregeld is door Bouterse gelieerde regeringen. Dat gebeurde zowel in de militaire periode als in de democratische periode.
Wat ABOP in deze wel zou kunnen doen, is ervoor zorgen dat iedereen die nu al naar de dokter gaat, een betere behandeling krijgt, dus bijvoorbeeld dat de zorgpakketten goede voorzieningen hebben. Zo moet men meerdere keren bepaalde behandelingen kunnen krijgen zonder bij te betalen.
Ook moet het aanbod van medicamenten worden verbeterd. Dat zijn zaken die de ABOP wel zou kunnen verbeteren, maar de focus van de partijvoorzitter lijkt niet in die richting te gaan. Er wordt door hem en zijn aanhangers vaak gezegd dat de voorzitter heel sociaal is en dat hij direct uit zijn zak de medische kosten van veel burgers betaalt. Maar wij hebben eerder gezegd dat dit geen oplossing is. Burgers helpen en dat op social media zetten is geen oplossing voor goede gezondheidszorg, want als het systeem niet functioneert, dan hebben heel veel mensen geen hulp gehad omdat ze niet konden komen bedelen bij de partijvoorzitter.
Voor de korte termijn kan men op humane gronden in zijn zak gaan, maar als men niet de volgende dag begint om het algemene ziekenzorgsysteem gezond te maken zodat niemamd meer hoeft te bedelen, dan twijfelen we zwaar aan de bedoelingen van de ABOP en de partijvoorzitter. Maar zaken kunnen altijd ten goede keren.
We hebben een ex-minister van Sociale Zaken die teruggekeerd is in de gelederen van de partij. Wij vonden eerder dat in het Venetiaan-kabinet waar deze minister het vertrouwen van de president onwaardig werd, deze toen jonge minister te zwaar werd gestraft door haar de portefeuille te nemen die ze beheerde. Ze had als jonge bestuurder fouten gemaakt uit onervarenheid, maar er had op een andere manier corrigerend moeten zijn opgetreden, temeer daar er geen staatsmiddelen op verkeerde wijze waren uitgegeven. De minister was toen wel menens om dat te doen, waarschijnlijk omdat ze dacht dat het gebruik was en mocht, maar ze werd geremd. Er werd uiteindelijk toch met twee maten gemeten, omdat de schuinsmarcheerderij van bijvoorbeeld de Grondzaken-minister van de PL duizend keer groffer en erger was, maar de minister werd niet ontslagen. Deze Grondzaken-minister werd niet bekritiseerd op handelingen die hij wilde plegen, maar op handelingen die hij bij herhaling had gepleegd en waarmee hij gewoon door is gegaan. Hij werd behouden ondanks zoveel emmers waren overgelopen met de spreekwoordelijke druppel en ondanks openlijk kritiek in DNA van de partijgenoten van president Venetiaan zelf.
In elk geval heeft de ABOP toch gedurfd om een paar verkiezingsissues aan de orde te brengen, naast ziektekosten ook volkshuisvesting en armoedebestrijding (wat op zich heel breed is). We hopen niet dat de partijvoorzitter en de ABOP denken dat armoedebestrijding betekent het verdelen van geld in een envelop. Het is zonder enige twijfel want dat is soms nodig, maar sociale steun moet over het algemeen gekoppeld worden aan een arbeids versterkingsprogramma of een ondernemerschaps ondersteuningstraject.
In elk geval waarderen we het dat de ABOP issues aandurft, weliswaar zonder goede voorstudie. Nu is het de beurt van de andere partijen die moeten volgen.