Lafheid en incompetentie

In 1987 heb ik twee belangrijke zaken in het Front-programma opgenomen. Een van de zaken betrof een definitieve regeling van onze landsgrenzen in het bijzonder die met Guyana, en de tweede zaak betrof de realisatie van de ruimtelijke ordening. We zijn thans 38 jaar verder en deze zaken zijn niet gerealiseerd. Het toont aan dat ons bestuur niet deugt, omdat onze Grondwet de uitvoerende macht in handen legt van een executieve president die compleet niet geschikt is en dus niet in staat is om die taak naar behoren te vervullen. Een man zonder adequate management ervaring op niveau, zonder opleiding op niveau, zonder ontwikkeling op niveau, zonder beschaving op niveau, die voor het hele land gaat beslissen. Ramshewak Shankar was de uitzondering want hij had ervaring met het managen van een groot landbouwbedrijf de Stichting Machinale Landbouw te Wageningen.

De twee grote bruggen zijn tot stand gekomen dankzij mijn initiatief. Zie daarvoor de regeringsverklaring van 96-2001 op pagina 44 onder de kop “Openbare Werken” staat het volgende: “De regering zal een realistisch programma opstellen met betrekking tot de bouw van een brug over de Coppename en de Suriname rivier en zich inzetten voor realisatie.” Geen enkele president noch zijn adviseurs Dilip Sardjoe of Atta Mungra heeft mij opdracht gegeven om een aanbesteding te houden. 

Maar daadkracht bij onze presidenten voor wat betreft het veiligstellen en beschermen van onze territoriale integriteit ontbreekt compleet. Het oplossen van het grensgeschil vereist kundigheid op het gebied van oplossen van grensgeschillen, historische kennis aangaande het betreffend grensgeschil, kennis met betrekking tot de oplossing van soortgelijke vraagstukken, en vooral daadkracht en capaciteit om het team van kundige mensen te kunnen managen. Het betreft kundigheid op topniveau dus niet op het niveau van partijloyalisten familie en vriendjes.

Veel kennis is lokaal aanwezig. Surinamers in het buitenland bezitten ook veel kennis ter zake de materie. Het betrekken van een internationale consultant zal zeker nodig blijken te zijn.

Met minder kosten dan het debacle van meneer Venetiaan met het olierijke grensgebied, de horseshoe triangle, in de monding van de Corantijn kan het grens probleem opgelost worden. Dat het ITLOS het gehele olierijke gebied toegewezen heeft aan Guyana, wat zeer ongebruikelijk is, is te danken geweest aan het gedrag van meneer Venetiaan. 

Surinamers moeten gaan begrijpen dat hun onder ontwikkeling te wijten is aan de keuzes die ze zelf maken. Een executieve president moet bijvoorbeeld verstand hebben van economische ontwikkeling. We streven niet naar gedeelde armoede maar naar gedeelde rijkdom. 

Sociaal- economische ontwikkeling en groei heeft pas kans van slagen als het geleid wordt door de regeringsleider, dat heeft de praktijk in andere landen uitgewezen. Maar als die op dat gebied onkundig is dat streven gedoemd te mislukken. 

De voorbeelden uit onze praktijk liggen voor het oprapen. Daarom is het gewenst om van de presidentskandidaat, al hebben we geen “directe” presidentsverkiezingen, kennis te nemen van zijn visie omtrent de sociaal-economische ontwikkeling en natievorming. 

Het leiding geven aan de sociaal-economische ontwikkeling impliceert kennis van ontwikkelingsmodellen en strategieën, kennis van ontwikkelingseconomie en de ontwikkelingspraktijk en kennis van de Surinaamse economie.

Personen geschikt voor het ambt moeten beschikken over; managementervaring, ervaring met een grote werkdruk en psychische belasting, over een groot leesvermogen en  het vermogen ingewikkelde en complexe vraagstukken terug te brengen tot hun essentiële proporties. Goed beschouwd beschikken geen van de kandidaten over de vereiste capaciteiten. Daarom moet het presidentieel systeem afgeschaft worden.

Richard B Kalloe

error: Kopiëren mag niet!