Linda en Ligia praten openhartig over armoede in Suriname

Op een warme middag zitten Linda en Ligia bij het kleine cafeetje op de hoek, met zicht op de drukke straat. Mensen haasten zich langs hen heen. Linda zucht en zegt: “Ligia, heb jij ook gemerkt hoe alles duurder is geworden? Het voelt alsof je elke week meer betaalt voor dezelfde boodschappen.”

Ligia nipte van haar thee en knikte. “Ja, het is echt gekkenwerk. Vroeger kon je met een beetje geld de week doorkomen, maar nu… Het is schrapen en rekenen.”

Linda kijkt nadenkend naar buiten. “En dan heb je de mensen die het al moeilijk hadden. Weet je, het is bijna onze plicht om te helpen, om zoveel mogelijk te geven. Maar soms is het moeilijk te bepalen wat dat precies betekent.”

Ligia knikt instemmend. “Klopt, we moeten geven wat we kunnen missen. Maar je moet wel oppassen dat jij niet zóveel weggeeft dat je zelf hulp nodig hebt.”

Terwijl ze praten, loopt een oude man voorbij, zijn kleding versleten en zijn blik vermoeid. Linda denkt hardop: “Maar wie is nu eigenlijk arm? Is het geen kwestie van perspectief? Die man daar ziet er arm uit, maar er kunnen zoveel mensen zijn die een nette buitenkant hebben maar geen geld in hun zak.”

Ligia leunt naar voren en zegt zachtjes: “Ja, dat is het. We weten het niet altijd. Daarom is het belangrijk om te delen op een manier die voor ons past. Het gaat om geven vanuit je hart, niet groot of klein, maar oprecht.”

Linda glimlacht. “Precies. Als we allemaal een beetje geven, maken we samen het verschil. Wie weet, misschien zorgt dat ervoor dat we op een dag in een land leven waar iedereen genoeg heeft om van te leven zonder zich zorgen te maken.”

Met die gedachte voelen Linda en Ligia zich iets hoopvoller, terwijl ze hun gesprek afsluiten en van hun dag genieten, vastbesloten om hun best te doen om een klein verschil te maken in hun gemeenschap.

error: Kopiëren mag niet!