De Surinaamse regering zal over de energievoorziening een goed beleid moeten aannemen om te kunnen voldoen aan de ‘decarbonization’ waaraan de hele wereld moet meedoen, inclusief Suriname dat een carbon-negatief land is. Over energie wordt er heel weinig in Suriname gesproken althans de discussie is eenzijdig en eentonig. Er wordt alleen gesproken over de prijs van brandstof aan de pomp en stroom. Over groene energie heeft de bevolking van Suriname geen visie. Zolang energie betaalbaar is, is het voor hem voor de rest allemaal goed. Critici zeggen dat voor de korte termijn energie niet veel duurder zal worden voor de consument.
Veel Surinamers beseffen het niet, maar Suriname zou wel eens wat betreft groene energie voor kunnen lopen op de landen in het Caribisch gebied. We beseffen het niet, maar de Afobaka-waterkrachtcentrale zou de grootste in de Caribische regio zijn. Als we kijken naar het energieverbruik nu, dan wekken wij al voor 50 procent schone energie wat er allemaal wordt verbruikt. Ongeveer 50 procent van de energiebehoeften wordt nu gedekt met de stroom uit het stuwmeer. Er wordt wel gewaarschuwd dat hoe meer behoefte er aan stroom bijkomt, dit percentage zal afnemen omdat de capaciteit uit de waterkrachtcentrale niet toeneemt, maar constant is.
We maken nu een periode mee waar de waterstand in de centrale laag is, wat effect heeft op de stroomopwekking. Er is recent ook gesproken over het om de toerbeurten afsluiten van buurten als het waterpeil in het stuwmeer niet aanhoudt. De waarschuwing is dat door klimaatverandering lange periodes van extreme droogte zich kunnen voordoen. Daardoor zal de capaciteit om stroom op te wekken tijdelijk ook afnemen, waardoor gecompenseerd zal worden met stroom opgewekt door het verbranden van olie in de grote dieselgeneratoren van de EBS.
Er is al in de media eerder bericht dat we het beter doen dan de andere Caribische landen. Die hebben geen stuwmeer om stroom op te wekken. Voor hun stroomopwekking moeten deze landen olie verbranden die zij ook van buiten moeten halen. Suriname heeft echter de waterkrachtpotentie en ook olie.

50 procent van onze energiebehoeften dekken wij dus door de thermische energie die de Afobaka-krachtcentrale levert aan EBS, via Staatsolie. Dat is goedkope energie. We lazen eerder dat we in Suriname zelfs minder dan de helft van wat gangbaar is op Barbados betalen, waar de prijs tussen de 0,30 en 0,40 US dollar per kilowattuur (KWh) is.
Intussen zien we ook dat in het binnenland de energiebehoefte steeds gedekt wordt met groene energie. Zo heeft de regering van Suriname de opdracht gegeven in deze regeerperiode voor de bouw van drie hybride zonne-energiecentrales in het binnenland. Dit project zal elektriciteit leveren aan meer dan 25 dorpen in de regio’s Boven-Suriname en Marowijne.
We lezen in een bericht van de Surinaamse regering dat het project een cruciale rol speelt in de verduurzaming van de energievoorziening van het land en vormt een belangrijke stap in de energietransitie van Suriname.
We zien ook dat in de Caribische regio landen ook stappen maken om groene energie te wekken. Zo lezen we dat het Caribisch eiland Saba hard op weg is om de trendsetter te worden in de regio en de wereld voor wat betreft de overschakeling naar hernieuwbare energie. Hoewel het eilandje, qua oppervlakte, nog niet eens een tiende deel van Paramaribo groot is, zet het op een eigen manier grote stappen om af te komen van fossiele brandstoffen. Zoals de zaken er nu voor staan, zal Saba in 2025 voor 89% afhankelijk zijn van hernieuwbare energie. Dit dankzij gigantische zonnepanelenparken die nu al duidelijke vormen beginnen te krijgen. Nu al staan er ruim 6000 werkende zonnepanelen niet ver van het vliegveld. Die springen direct in het oog na aankomt op het eiland dat formeel nog onderdeel is van het Nederlands koninkrijk. Energietransitie, het gaan van een fossiele bron voor energie naar een schonere, meer milieuvriendelijke, is een streven van bijna de hele wereld.
De gevolgen van klimaatverandering moeten worden verzacht en daar hoort ook bij het afbouwen van de uitstoot die de verbranding van fossiele brandstof met zich meebrengt. Het streven is er – voor wat betreft de energiesector – op gericht om in 2060 geheel over te gaan op hernieuwbare bronnen voor het leveren van elektriciteit.
Ook Suriname streeft dat na en wil in 2030 alvast 35 procent minder afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, maar heeft nog geen concrete plannen om dat doel te bereiken.
In de Caricom berichten zien we echter niet dat Suriname genoemd wordt als een land dat al 50% groene energie gebruikt. Daar zien we Dominica in de top met 28%. We hebben in Suriname al sinds 2016 een Energiewet die gericht was op het steeds meer invoeren van groene energie. Vernomen wordt dat die wet niet goed meer is voor opwekking en het beheren van groene energie. Dat is wel een gewaarwording. De wet schrijft voor een energiesectorplan om vast te stellen hoe de voorziening van energie in Suriname eruit moet zien. En daaruit zou een strategisch plan moeten voortvloeien om te laten zien welk pad de overheid wil bewandelen om van de huidige situatie te komen tot 2060. Al deze zaken moeten nog goed in Suriname worden geformuleerd.