De gevolgen van klimaatverandering op de agrarische sector, met name de landbouw en visserij op zee, zijn niet te onderschatten. Zaken als temperatuurverschillen van het water op zee, maken dat vispopulaties zich verplaatsen. Het beheer van visgronden wordt een steeds grotere uitdaging. Ook aan land, met name in de landbouw, doen de laatste jaren zich nieuwe uitdagingen voor. Overvloedige regenval en of onvoldoende neerslag leiden ertoe dat landbouwgronden met gewassen erop grote schade ondervinden. Irrigatie en waterbeheer van landbouwgronden vereisen een totaal andere benadering en deskundig aanpak.
Minister Parmanand Sedien van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) heeft recentelijk in het overheids tv-programma “tak’kon mit mi” onder meer aangegeven dat in de laatste 10 jaar de watertemperatuur in de visgronden voor de kust op zee van gemiddeld 27 graden naar circa 22 graden is gedaald. Wat de exacte oorzaken hiervan zijn is onduidelijk.
Een instituut in Frans Guyana dat zich onder meer bezighoudt met het monitoren van de watertemperatuur voor de kust heeft er ook geen exacte verklaring voor. Ook zij schrijft de daling van de watertemperatuur voor de kust toe aan vermoedelijk klimaatverandering. Het zou kunnen dat koud water als gevolg van smeltend ijs het gebied voor de kust voorbij stroomt.
Verplaatsing vispopulatie
Feit is wel dat op plekken waar normaal vis wordt gevangen, de vangsten de laatste jaren minder zijn geworden. De vispopulatie lijkt zich naar diepere wateren of andersom te hebben verplaatst. Dit vereist een verandering van aanpak en beheer van visgronden. Het visserijbeleid is onder andere gericht op het voorkomen van overbevissing. LVV geeft al een tijd geen nieuwe visvergunningen meer uit.
Eerder hebben vissers gezegd dat ze nu langer op zee moeten doorbrengen om dezelfde hoeveelheid visvangt van jaren geleden binnen te halen. Dit brengt meer kosten met zich mee, en dat vertaalt zich weer in de prijs van vis. Visverwerkingsbedrijven moeten zich ook aanpassen aan de veranderende situatie. Men zal zich nu steeds meer moeten toeleggen op een waardetoevoeging van vis als grondstof. Dat vereist investeringen en als men daartoe niet in staat is, zal men gedwongen zijn over te gaan tot bedrijfssluiting. Volgens minister Sewdien is een visverwerkingsbedrijf reeds gesloten. Arbeidsplaatsen zijn daarmee komen weg te vallen. Op dit moment bedraagt de exportwaarde van vis tussen US$ 30 en US$ 40 miljoen op jaarbasis.
Als voorbeeld van overbevissing noemt de LVV-minister de vangst van grote zeegarnalen. Als 30 jaar is de garnalenpopulatie verdwenen. Herstel gaat moeilijk en neemt vele jaren in beslag.
Wateroverlast en droogte in de landbouw
Voor wat betreft landbouw verwijst Sewdien naar de wateroverlast in 2021 en 2022. De padieaanplant heeft toen enorme schade opgelopen. De regering heeft toen boeren een financiële compensatie moeten geven. Daar gingen miljoenen mee gemoeid. Ook bij droogte blijven de negatieve gevolgen voor de landbouw niet uit. Landbouwgronden raken droog. Eerder zei de Landbouw-minister dat de infrastructuur in de verschillende landbouwgebieden in Suriname meer gericht zijn op afvoer van overtollig water. Met de gevolgen van klimaatverandering zal nu ook meer nagedacht moeten worden over de aanvoer van irrigatiewater bij langdurige droogte. Daar zijn deskundigen voor nodig.
De agrarische sector is van groot belang voor de nationale voedselvoorziening. Wereldwijd is er sprake van afnemende beschikbaarheid van landbouwgronden, mede vanwege verstedelijking. 800 miljoen mensen in de wereld lijden aan enige vorm van voedseltekort. Suriname produceert slechts een derde van haar voedselproductie. Twee derde van de voedselbehoefte wordt geïmporteerd. Door diverse ontwikkelingen in de wereld wordt voedsel schaarser en duurder. Het belang van eigen voedselproductie plaatst de LVV-minister tegen deze achtergrond.