In recent nieuws zijn cijfers verschenen die verwarring zaaien over het aantal ambtenaren in het overheidsbestand. Minister Bronto kondigde aan dat door een nieuw ingevoerd digitaal systeem meer dan 53.000 ambtenaren in kaart worden gebracht. Tegelijkertijd gaf vicepresident Brunswijk aan dat het aantal personeelsleden op de overheidsbetaalrol maar liefst 83.152 personen bedraagt. Dit cijfer is een optelsom van 38.338 personen met een vaste aanstelling, 3.424 met een A.O., en 2.392 met een tijdelijke aanstelling, aangevuld met verplegend personeel, onderwijzers en personen die onderstand en pensioen ontvangen.
Daarentegen beweert minister Raghoebarsing dat het bestand in werkelijkheid is teruggebracht van 49.000 naar 46.500.
Deze discrepantie roept vragen op over de betrouwbaarheid en consistentie van de gegevens die door de overheid worden verstrekt. Er zijn meerdere punten van verwarring. Ten eerste, het enorme verschil tussen de 83.152 individuen volgens vicepresident Brunswijk en de 46.500 genoemd door minister Raghoebarsing.
Het is onduidelijk of deze aantallen verschillende categorieën dekken of dat er administratieve fouten in het spel zijn. Bovendien roept de verklaring van een vermindering van 49.000 naar 46.500 door Raghoebarsing vragen op over de aard van deze reductie. Worden er bijvoorbeeld contracten beëindigd, gaat het om het verwijderen van niet-actieve werknemers, of zijn er andere factoren in het spel?
Deze tegenstrijdige cijfers maken het lastig voor de publieke opinie om te bepalen welk cijfer de realiteit daadwerkelijk reflecteert. Het is essentieel dat de overheid transparantie biedt en zorgt voor duidelijkheid, om vertrouwen onder de bevolking te behouden.
