Een moment van hoop voor dak- en thuislozen

Mijn naam is Fillia, en iedere dag wandel ik door de straten van Paramaribo, waar de aanblik van dak- en thuislozen mij diep raakt. Deze mensen, zonder vaste verblijfplaats, leven vaak op straat of in tijdelijke opvangvoorzieningen. 

Onlangs was er een initiatief waarbij ze een ‘koninklijk’ maal kregen aangeboden, met gerechten als BB met R, macaroni en BBQ-kip. Dit project, waaraan ook districtscommissaris Ricardo Bhola van Paramaribo Noord-Oost en het Kabinet van de President hebben bijgedragen, werd ontvangen als een gul en dankbaar gebaar. Voor wie niets heeft, kan zo’n maaltijd als een feest voelen.

Toch knaagt er iets. Ondanks de liefdevolle inzet van velen blijft het slechts eenmalig. Nadat de laatste hap is genomen en de stoelen weer leeg zijn, worden deze mensen opnieuw aan hun lot overgelaten. Ze worden gedwongen terug te keren naar het harde bestaan op straat, altijd wachtend op de volgende goedwillige ziel die hen een bordje eten aanbiedt.

Dak- en thuislozen zijn niet zomaar gezichten zonder namen; ze zijn iemands kind, vader of moeder. Velen zijn verbonden aan families die hen misschien in de steek hebben gelaten, of simpelweg niet in staat zijn hen te helpen. Ondanks dat beseft de regering niet de waarde van investeren in duurzame oplossingen voor deze zielen. Er is nog steeds geen permanente financiering voor de organisatie die hen ondersteunt. 

Alles wat men kan bieden is soms wat eten of een bad — maar geen blijvende onderdak, want dat kan door de wet alleen door een rechter worden beslist.

Dag na dag zie ik deze mensen weer op straat, balancerend tussen overleven en het behouden van waardigheid. Mijn hart breekt voor hen, want een maaltijd, hoe koninklijk ook, is slechts een pleister op een diepe wond. We moeten meer doen.

Fillia v. H.

Paramaribo

error: Kopiëren mag niet!