In Suriname is de 6e Agrarische Telling van start gegaan. De laatste keer heette deze telling de Landbouwtelling, maar het omvatte meer dan landbouw. Er werd bij de telling ook gelet op de mate waarin de Surinamers doen aan veeteelt. Uit de berichtgeving merken we dat deze telling meer gebruik zal maken van een digitale data-verzameling en verwerking. Dat betekent dat de workload die eerder lag na de datacollectie in de back office, nu gebracht wordt naar de front office.
De landbouwtellers moeten secuur alle informatie intypen of aanvinken zodat bij het uploaden van de informatie alles bij elkaar valt en automatisch een deel van de verwerking van data plaatsvindt.
We hebben recent gehad de census die enkele jaren later is gehouden. Er is nog geen informatie van het ABS over hoe het gegaan is met de grote census, maar we weten dat we te maken hebben met een nieuwe generatie. Het ABS wordt door de omvang van de census afhankelijk van tijdelijke externe krachten die niet altijd loyaal hoeven te zijn aan het doel van de dataverzameling.
Eerder hebben we hier aangegeven dat het ministerie van LVV een decennialange traditie van statistiekverzameling heeft. Dat is logisch en onontbeerlijk voor het formuleren van op maat gesneden beleid voor landbouw en de teelt van pluimvee en kleine en grote herkauwers. Veel wijkkantoren van LVV hebben in de districten ook een statistiekafdeling.
De kantoren van LVV zijn steeds meer verziekt geraakt door politieke aanstellingen. Mensen worden in dienst genomen om in de districten op wijkkantoren te gaan werken terwijl men de specifieke soms landbouwtechnische opleiding niet heeft om het werk te kunnen doen. Veel partijloyalisten worden zo in dienst genomen en gedumpt op LVV om tussen het landbouw-middenkader te gaan functioneren. Het leidt tot verlamming op het ministerie, het vastlopen van afdelingen en spanningen tussen het gekwalificeerd kader en het politiek geregeld deel van het personeel dat het werk niet aan kan.
Deze ontwikkeling heeft ook zijn effect op de statistiekafdelingen. Landbouwtstatistieken speelden nog voor het laatste een belangrijke rol in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw. De kentering trad in na de terugkeer van de democratie in 1987. In deze periode deed ook zijn intrede het niet waarheidsgetrouw vermelden en veronderstellen van landbouwcijfers zonder echt te veld op te gaan. De landbouwstatistiek afdelingen liggen er niet goed bij. Dat maakt, dat de landbouw census of Agrarische T
elling een belangrijke bron zal zijn om de trends en ontwikkelingen in Suriname vast te stellen. De indruk is dat landbouw flink aan het afnemen is in de voormalige agrarische randdistricten. Dat komt onder andere, omdat het ministerie van LVV niet in staat is, door de politieke verlamming die is ingetreden, om bijvoorbeeld de kleine landbouw en de tuinbouw te bevorderen en burgers daartoe aan te moedigen.
LVV komt de mensen die nog actief zijn niet tegemoet met voorzieningen zoals zaaizaad van goede kwaliteit of dieren met hogere opbrengsten die bestand zijn tegen de natuurlijke omstandigheden hier. Zo stelt het ministerie, ondanks een uitstekend netwerk en de diplomatieke banden, geen kweekdieren ter beschikking aan de kleine boeren die hun veestapel willen verbeteren. Er zijn wel particulieren die vergunning hebben gekregen om dieren te importeren en deze importeurs maken woekerwinsten. Geen haan die ernaar kraait. Mensen gaan naar deze boerderijen, kijken naar de dieren, en keren huiswaarts terug. Voor velen zijn de prijzen te hoog. Men wil geen ruzie met de regering of het ministerie van LVV dus zal men het zo laten, ook omdat men het gevoel zal hebben dat de importeurs niet zonder politieke connecties zulke zware vergunningen zullen hebben gehad.
Wat met betrekking tot de landbouwtelling dus wel zorgen baart, is de betrouwbaarheid van de gegevens die daaruit zullen komen. We vrezen dat er een cultuur is van het afmaken van enquêtes, alleen maar om snel af te zijn van het werk.
We vrezen dat er een behoorlijke foutenmarge zal zijn.
We hopen dat het ministerie van LVV de juiste controles en evaluaties kan doen om vast te stellen of cijfers niet kloppen of om te voorkomen dat tellers de telling afjassen.
Op de bevolking die maar enigszins aan enige vorm van agrarische productie doet, waaronder ook de veeteelt, rust ook de plicht om erop toe te zien dat de landbouwtellers hun werk correct doen.
Van de totale oppervlakte beschikbaar voor agrarische productie, groot 63.989 hectare, bestaat 9.583 hectare (15%) uit natuurlijk grasland en 4.429 hectare (7%) uit cultuur graslanden; men kan ervan uitgaan dat die worden gebruikt voor het voeden van herkauwers. Daarnaast is er 6.624 hectare (10% ) braakland opgenomen, dat voor kortere of langere tijd eveneens gebruikt wordt om herkauwers op te weiden. Dit is een passage uit het eindrapport van de 5e landbouwtelling 17 jaar terug.
We moeten onderkennen dat de conclusies in dit rapport zeer mager en summier zijn. We kijken uit naar een meer uitgewerkt eindrapport met meer uitgewerkte conclusies van de cijfers.