Er is plots in vele landen een hardnekkig gerucht ontstaan dat politici hun verkiezingsbeloften niet nakomen. Een riep eens dat men niet meer kan vertrouwen op het woord van politici en er ontstond een sneeuwbal effect. Het gros praat nu elkaar na. Het gevolg is dat er een hype is ontstaan over de valse beloften in de politiek.
Dit fenomeen heeft twee kanten, namelijk die van de politici en die van het volk. Politici wringen zich maar al te vaak in allerlei bochten om het vertrouwen van de kiezer te winnen. Ze beloven veel dat ze in de praktijk niet kunnen waarmaken.
Neem bijvoorbeeld het immigratie beleid in Europa. In elk land is dat het belangrijkste propaganda middel tijdens de verkiezingen. De een roept dat 15.000 de limiet moet zijn, de ander gaat daaronder zitten en roept 10.000 en weer een ander wil een acute stop van opname van immigranten. Iets roepen op een bepaald moment is heel gemakkelijk, maar er zit vaak meer achter en dat wordt niet altijd verteld. Waar het om gaat is hoe alle burgers tevreden te stellen die klagen dat er geen geld en huizen zijn voor het eigen volk en toch hulp te bieden.
Politici en beleidsmakers durven de regie niet in handen te nemen en moeilijke keuzes te maken, bang om stemmen te verliezen en daar ligt juist het probleem. Als beleidsmakers het volk precies vertellen wat en waar de problemen liggen en hoe ze dat willen aanpakken en wat de offers en tijdelijke nadelen voor het volk zullen zijn, gaat het volk direct kijken welk nadeel men hiervan persoonlijk zal ondervinden. Bij confrontatie met de nadelen, komen de protesten en vele politici zijn dan bang voor stemverlies dus vertellen ze sprookjes en doen beloften die niet waargemaakt kunnen worden. Dus eigenlijk ligt de oplossing bij het volk.
Het volk wil geen oprechte waarheden horen die hen nadeel berokkent. Als politici zeggen dat iets niet kan, niet waar is, niet verstandig is, of op z’n minst erg complex is, willen mensen dat niet horen. Praktische bezwaren worden niet gezien als inhoudelijke argumenten, maar als laffe uitvluchten. Op deze manier is het vrijwel onmogelijk geworden voor politici om ‘nee’ te zeggen, zonder dat dat gevolg heeft en dat mensen zich niet gehoord voelen.
Het volk wil alleen mooie sprookjes horen en dat weten de politici dus spelen ze daar op in, proberen daarom de pil te verzachten en de nadelen van de plannen niet te vertellen. Alle regeringen zijn altijd bang geweest om stemmen te verliezen dus kozen ze ervoor om onwaarheden te vertellen of onhaalbare beloften te doen. Santokhi nam een failliet land over, voerde zware maatregelen door maar gaf jammer genoeg het volk niet het juiste beeld van de vreselijke situatie waarin het land verkeerde. Integendeel verzachtte hij de pil. Hij kreeg onbegrip, stakingen en een woedende menigte op zijn dak. Het zijn dus niet zozeer de politici maar de kiezers die de politici aanzetten om onwaarheden te vertellen.
De politiek, noch de kiezers weten hoe ze dat vertrouwen moeten herstellen.
De strategie vanuit de politiek lijkt meer op conflict vermijdend bezig zijn, in de hoop dat het vertrouwen vanzelf weer terugkomt. Het lijkt een beetje op een ouder die na een scheiding, uit schuldgevoel zijn kind steeds zijn zin geeft, in de hoop dat het kind toch van je zal blijven houden.
De situatie wordt moeilijker als politici het tegengestelde beweren. Als een partij nee heeft gezegd en heeft uitgelegd waarom iets niet kan, probeert een andere partij een ‘ja ’ervan te maken. Bijv. “De andere partij geeft je geen pakketten, maar wij zullen je wel pakketten geven.”
Het volk wil geen nee horen en toch moet de politiek leren vaker nee te zeggen, vaker eerlijk aan het volk uitleggen dat dingen gewoon niet kunnen. Men kiest echter vaak voor de weg van de minste weerstand en houdt het volk zoet. Het probleem met een vertrouwensbreuk is dat men anders tegen de dingen gaat aankijken. Dingen die vroeger geen probleem waren, worden het plots wel. Bijvoorbeeld de dienstreizen en de salarissen van parlementariërs werden vroeger gewoon geaccepteerd, maar nu wordt er continu kritiek hierop geleverd.
Wie meer vertrouwen in de politiek wilt krijgen, zal voor zichzelf hierover een besluit moeten nemen: Wil je iemand die op alles ‘ja’ zegt, je stroop om de mond smeert met mooie beloften of politici die volledig transparant uitleggen hoe ze tot een bepaalde beslissing zijn gekomen (al is de boodschap niet wat je wilt horen)?” Zolang kiezers voor zichzelf hierover geen besluit hebben genomen, zullen politici de koers blijven varen van valse beloften. Dus ja de politiek heeft wat goed te maken, maar voorlopig ligt de bal echt bij het volk.
Politiek is de kunst om stemmen te krijgen van de onwetenden en campagnefondsen van de rijken. Politici zijn overal hetzelfde, ze beloven bruggen te bouwen zelfs als er geen rivieren zijn. Het volk dwingt ze indirect daartoe. Een politicus die niets belooft, is volstrekt onzichtbaar, een die alles voor elkaar krijgt, is ondenkbaar.
Tenslotte, vergeet nooit dat alles wat een politicus belooft in verkiezingstijd, achteraf betaald zal moeten worden door hogere belastingen of door te lenen.
“People with good intentions make promises. People with good character keep them.”
Josta Vaseur