Het Spaar-men Stabilisatie Fonds Suriname (SSFS) waarvan de wet deze week in de Nationale Assemblee is goedgekeurd zal op zijn piek in 2038 een bedrag van circa US$ 11,5 miljard hebben opgebouwd. Dit bedrag, zijnde de hoofdsom van het Fonds, zal daarna op niveau blijven en tot in lengte van dagen beschikbaar zijn voor toekomstige generaties. Aan het Fonds zullen dan slechts middelen worden onttrokken afkomstig uit de renteopbrengsten van internationale beleggingen.
Middelen worden uit het fonds slechts getrokken ten behoeve van financiering van een deel van de jaarlijkse staatsbegroting. Dit bedrag dat getrokken wordt ten behoeve van de staatsbegroting mag niet meer zijn dan 23 procent van het Bruto Binnenlands Product, BBP.
Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning legde maandag tijdens de debatten in het parlement uit dat het bedrag van US$ 11,5 miljard dat in 2038 zal zijn opgebouwd als hoofdsom in het Fonds, berekend is volgens een scenario waarbij de gemiddelde olieprijs op de wereldmarkt van US$ 65 per vat bedraagt.
Daarnaast wordt uitgegaan van een dagelijkse olieproductie van 220.000 vaten uit Blok 58. Indien de olieprijs hoger ligt, komen er meer middelen in het Fonds. Bij een lagere olieprijs stromen er minder middelen binnen.
Hoewel in 2028 de olieproductie in Blok 58 zal beginnen, zullen pas in 2031 de eerste miljoenen naar het Fonds gaan. Volgens de berekeningen zal in dat jaar US$ 462 miljoen naar het Fonds gaan, en in de jaren daarop stijgt dit bedrag jaarlijks.
2030
In 2030 zullen de inkomsten van de Staat uit olie en andere mineralen rond US$ 1,3 miljard zijn. Hiervan gaat circa US$ 900 miljoen naar de staatsbegroting. Vanwege andere dan nog lopende renteverplichtingen naar de bondholders toe zullen in 2030 nog geen middelen stromen richting het Fonds. Dat gebeurt pas vanaf het jaar daarop in 2031. In 2038 zal circa US$ 11,5 als hoofdsom in het Fonds zijn opgebouwd. Daarna zal de stijging van de hoofdsom geleidelijk afnemen vanwege de afnemende olieproductie in Blok 58. De stroom van middelen naar het Fonds zal echter op niveau blijven, zegt minister Raghoebarsing.
De Financiën-minister verduidelijkt dat de olieinkomsten van de Staat uit Blok 85 uit drie delen is opgebouwd. Het betreft royalties, belastingen en profit oil. De royalties maken voor 18 procent deel van de totale olieinkomsten van de Staat uit Blok 59. De compensatie aan de bondholders voor de 30 procent korting op uitstaande schulden van Suriname, zal worden betaald uit olieroyalties. Royalties maken slechts een klein deel van de totale olieinkomsten uit Blok 58. Dus het resterend deel van de olieinkomsten uit Blok 58, met name belastingen en profit oil, is volgens de Financiën-minister veilig gesteld.
