Boekje te buiten

Er is terecht ontevredenheid en verzet vanuit de nabestaanden van de overleden persoon Desire Bouterse omtrent de informatie die door het Openbaar Ministerie is bekend gemaakt met betrekking tot het privéleven van de persoon. Het was bekend dat de persoon was veroordeeld en dat hij om zijn straf te ontkomen, voortvluchtig was. Op een gegeven moment hebben de bevoegde autoriteiten en in deze een arts die de dood vaststelt, de overleden persoon op zijn meest bekende residentie aangetroffen. 

Bij overlijden van een persoon dient daarvan aangifte te worden gedaan en zo snel als mogelijk. Het verhaal wil dat betrokkene, nadat hij was overleden, vervoerd is naar genoemd woonhuis. Van daar is hij vervoerd naar het mortuarium dat een plek van publieke en mediabelangstelling is, precies zoals het gonsde van geruchten op 8 en 9 december 1982. Dat is een opmerkelijke parallel. 

De aangifte van overlijden dient volgens het Burgerlijk Wetboek te worden gedaan binnen 1 x 24 uur na het overlijden door het hoofd des huizes of een gezinslid aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. De zondagen en daarmee gelijkgestelde dagen worden niet daarbij inbegrepen. Gebeurt het niet op tijd, dan vindt de aangifte plaats alleen met machtiging van de pg. Het overlijden van betrokken persoon vond plaats in de vooravond van een met twee met de zondag gelijkgestelde dagen, dus moest de aangifte eigenlijk uiterlijk op 27 december moeten geschieden. Met de aangifte scheen men ten tijde van de commotie in de avond van 24 op 25 december niet verkeerd te zitten. 

Maar wel zijn van belang de regels met betrekking tot het vervoeren van een lijk. Als dat niet volgens de regels gebeurt, dan hebben we te maken met een dubieus overlijden waarbij de bevoegde autoriteiten dan wel aanleiding zullen vinden om het sterfgeval te onderzoeken met name om vast te stellen of er wel of geen sprake was van een strafbaar feit (een delict) dat geleid heeft tot het overlijden. Wat ook onderzocht moet worden of geen nalatigheid, om te voorkomen dat de verblijfplaats van de voortvluchtige bekend zou worden, heeft geleid tot de dood van betrokken persoon. Die nalatigheid kan inhouden het niet inschakelen van artsen of specialisten of het niet vervoeren van een ernstig zieke naar een eerste hulp-post of naar een ziekenhuis. De patiënt kan die wens hebben, maar de vraag is wat de (rechts)plicht van degenen zijn die de ernstig zieke persoon kunnen redden. 

Wij dachten dat om een leven te redden, omstanders geen acht hoeven te slaan op een wens van een doodziek persoon. In het recht gaat men zelfs zo ver dat men voor het redden van het leven van een persoon, die daarom niet vroeg of het zelfs verbood, die geredde persoon ook nog kosten in rekening mag brengen inzake zaakwaarneming. De nalatigheid kan ook hierin liggen om, teneinde een onderduikadres geheim te houden, onverantwoorde medische middelen zijn toegediend om het inschakelen van specialisten die niet worden vertrouwd te voorkomen of de gang naar een ziekenhuis. 

Bij nalatigheid of onverantwoord handelen door omstanders wat geleid heeft tot de dood van een persoon, kan ook gesproken worden over doodslag. Er is dus nog een strafrechtelijk onderzoek te verrichten ten opzichte van degenen die bij de persoon waren en die hem hebben vervoerd. Het kan ook dat door het onverantwoord vervoeren van de persoon, deze is komen te overlijden onderweg. 

We begrijpen dus dat het OM een onderzoek doet naar de doodsoorzaak om vast te stellen of er sprake is van misdrijf. Wanneer het onderzoek is afgerond, dan moet het OM niet de doodsoorzaak bekend maken, maar slechts of de dood te maken heeft met een strafbaar feit en eventueel in het verlengde daarvan of er sprake is van een natuurlijke dood. Bij een chronische ziekte is het niet verplicht dat het OM tot in de finesses het medisch dossier deelt met het publiek, hooguit kan in zeer algemene bewoordingen worden gezegd dat het overlijden bijvoorbeeld heeft gevonden als gevolg van opgetreden complicaties als gevolg van een chronische aandoening. Meer medische bijzonderheden zijn voor het publiek niet relevant, al helemaal niet dat een bepaalde levensstijl had geleid tot de ziekte. De vraag is immers hoe het OM en eventueel de anatoom-patholoog tot de vaststelling kan komen dat een bepaalde levensstijl tot de ziekte heeft geleid. Deze mededeling is totaal niet ter zake en kan maar een effect hebben: schending van de gevoelens van nabestaanden en ruimte voor praatjesmakers om ermee van de haal te gaan op social media. 

Het schijnt ons dat het OM in deze zijn boekje te buiten is gegaan door mededelingen te doen over een vermeende levensstijl van de betrokkene. Straks krijgen we ook nog mededelingen van het OM dat mensen zijn overleden omdat ze teveel aten of teveel van een bepaald soort eten tot zich namen. Of dat men het niet zo nauw nam met de echtelijke trouw. Het OM heeft geen precedent geschapen, omdat wat ze met zijn verklaring gedaan heeft, blijk geeft van onschendbaarheid en straffeloosheid van het OM zelf, dat men niet onderworpen is aan ethische codes en aan beroepsgeheimen en dat men heeft achte heeft te slaan op het recht van privacy van derden met wie ze misschien in een conflictsituatie waren. 

Het OM doet er goed aan om zijn fouten te erkennen en zijn verontschuldigingen aan te bieden. Indien ze volgens de letter van de wet hebben gehandeld, dan moet men dat ook kenbaar maken. Het is wel opmerkelijk dat wat het OM bekend moet maken, daarover geen woord wordt gerept en dat is of uit onderzoek gebleken is dat sprake is van nalatigheid dus doodslag en of de betrokken personen die daarbij betrokken waren, in kaart zijn gebracht.   

error: Kopiëren mag niet!