Shanelly’s overpeinzingen: Een weduwe in de schaduw van erfenis en politiek

In de opwinding van het dagelijks leven, waar Shanelly als simpele loonwerkneemster haar brood verdient, hoorde ze het nieuws op 24 december: Desi Bouterse was overleden. In de staart van een politieke storm ervoer zij een mengeling van emoties: verwarring, scepsis en een stille reflectie over hoe zijzelf zou handelen als weduwe van een man met zo’n omstreden erfenis.

Hoe zou Shanelly zich voelen als zij in de schoenen van Ingrid Waldring-Bouterse stond, de weduwe van een man die vier decennia lang zijn stempel had gedrukt op hun land? Zou zij de weinige tekenen van droefheid vanuit de regering accepteren, of zou ze, net als Bouterse zelf vaak deed, haar eigen pad kiezen en proclameren: “I did it my way”?

Bouterse was een voortvluchtige misdadiger geweest, ongrijpbaar voor de Surinaamse justitie en vermeld op de Interpol-lijst. Maar wie was hij echt, de man achter de politieke façade? Deze vraag drong zich aan Shanelly op terwijl ze zich voorstelde hoe Ingrid ’s avonds zijn lichaam aantrof, niet als publieke vijand, maar als een echtgenoot die de balans tussen goed en kwaad had moeten zien te vinden.

Met de aankondiging van de regering om Bouterse een staatsbegrafenis te geven, zij het zonder een officiële nationale rouwperiode of condoleanceregister, voelde Shanelly een knagend besef van miskenning. De vlaggen zouden halfstok hangen, maar zou dat volstaan voor een man die zowel geliefd als gehaat was? De wisselwerking tussen publieke haat en persoonlijk verlies resoneerde diep.

Wat zou Shanelly doen? Zou ze de officiële ceremonies accepteren of zou ze zich richten op een meer persoonlijke, oprechte viering van zijn leven? De kortaf groet van de minister en de president, een telefoongesprek van medeleven zonder grotere erkenning, waren symbolisch voor een politiek die geen kleur durfde te bekennen. 

Shanelly zou overwegen of de maatschappelijke oordelen de herinneringen van huiselijke momenten echt konden overschaduwen.

Naarmate de dag van de begrafenis naderde, dacht Shanelly na over de waarde en betekenis van symbolen, het gewicht van een staatsuitvaart versus stille, persoonlijke rouw. Ze vermoedde dat Ingrid, gevangen tussen verleden en heden, zou moeten kiezen: de politiek eventueel laten voor wat het was, en zich wendend tot de persoonlijke erfenis die hij naliet aan degenen die hem nabij stonden.

Shanelly realiseerde zich dat het verhaal van een man nooit enkel door zijn daden wordt geschreven, maar ook door hoe zijn naasten ervoor kiezen hem te herinneren. En zij, als buitenstaander met een eenvoudig leven, zag de subtiele kracht die een weduwe kan hebben om de verloren balans in eigen regie weer recht te zetten.

error: Kopiëren mag niet!