Geneviévre Jordan (ABOP-Assembleelid) wordt maandag 30 december beëdigd als onderminister van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur. Haar benoeming als derde onderminister binnen deze rol binnen korte tijd roept felle reacties op van een publiek dat al langer kritisch is over de omvang en efficiëntie van het staatsapparaat. In plaats van het verwachte verkleinen van overheidsstructuren, zien burgers juist een uitbreiding.
De groeiende bureaucratie voedt speculaties dat de president dit beleid gebruikt om zijn machtspositie te behouden, mogelijk onder druk van de coalitiepartner ABOP. Deze schijnbare koehandel ondermijnt vertrouwen en roept vragen op over politieke integriteit.
Met nog slechts vijf maanden te gaan tot de verkiezingen, beschouwen velen de timing van deze benoeming als een overbodige verspilling van belastinggeld. De zorgen van het publiek liggen niet alleen bij de financiële kosten, maar ook bij het signaal dat dergelijke beleidsbeslissingen geven over prioriteiten binnen de regering.
Critici vragen zich af hoe een extra onderminister daadwerkelijk waarde zal toevoegen op korte termijn. Ze pleiten voor meer transparantie in de overwegingen van de president en de betrokken partijen.
In een tijd waarin beleidsmakers zich zouden moeten richten op het stroomlijnen van processen en het bevorderen van doeltreffend beleid, lijkt de benoeming van een nieuwe onderminister een stap in de verkeerde richting.
Het blijft te zien hoe deze beslissing de politieke en maatschappelijke dynamiek in aanloop naar de verkiezingen verder zal beïnvloeden.