Meer dan twee jaar nadat de Berlijnse Muur door Oost-Duitsland werd gebouwd om te voorkomen dat burgers het communistische regime ontvluchtten, mochten op 20 december 1963 bijna 4.000 West-Berlijners Oost-Berlijn binnenkomen om familieleden te bezoeken.
Onder een overeenkomst tussen Oost- en West-Berlijn werden uiteindelijk meer dan 170.000 passen uitgegeven aan burgers van West-Berlijn, waarbij elke pas een eendaags bezoek aan het communistische Oost-Berlijn toestond.
De bouw van de Berlijnse Muur in augustus 1961 scheidde families en vrienden.
Luidsprekers in Oost-Berlijn begroetten bezoekers met het nieuws dat ze nu in “de hoofdstad van de Duitse Democratische Republiek” waren, een politieke scheiding die de meeste West-Duitsers weigerden te accepteren.