Door: Dharm Mungra
De oprichting van het Constitutioneel Hof, dat is een positieve zaak geweest. Wat gebleken echter is dat de bemanning van dit Hof niet uit door de politiek aangewezen figuren moet bestaan om werkelijk volledig onafhankelijk te kunnen functioneren..
De verklaring van de president dat participatie van alle bevolkingsgroepen is verbeterd en onze democratische processen zijn versterkt waardoor een balans zou zijn gecreëerd die zowel vrijheid als gezag respecteert is bezijdens de realiteit. Integendeel zijn de spanningen tussen de verschillende segmenten van de bevolking thans groter dan ooit en een van de meest onrustbarende problemen thans.
Zijn opmerking dat hij etnische politiek, die onze diversiteit misbruikt voor politiek gewin, in de sterkste bewoordingen afwijst is daarom weinig steekhoudend, vooral omdat hij zelf erkent dat onze sociale en etnische diversiteit geen zwakte is, maar een kracht die ons als samenleving moet binden.
Volgens de president is corruptie een groot obstakel voor de ontwikkeling van ieder land en vormt een rem op de vooruitgang die onze samenleving zo hard nodig heeft. Dit terwijl dit fenomeen waarbij veelvuldig corruptieve zaken zich vooral in de top van zijn bestuur zich manifesteerden, sprake is van nepotisme, openlijke belastingontduiking,vertrappen van wet en regel zich even hard onder zijn regering zich hebben gemanifesteerd.
De Anti-Corruptiewet zal volgens de president worden aangescherpt. Hoeveel zin heeft dat wanneer zelfs de bestaande Wet die door deskundigen als een halfslachtig politiek product wordt beschouwd nooit is toegepast ?
Het Staatshoofd weet ook dat het verplicht deponeren van de persoonlijke inkomsten en lasten maar vooral van vermogensobjecten van politieke functionarissen weinig danwel totaal niet effectief is zolang een iedereen voor elk doel, vooral voor het verborgen houden van vermogen en inkomsten, een stichting kan oprichten.
Volgens de president worden audits in de olie- en gassector uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de inkomsten op een verantwoorde en transparante manier worden beheerd. Dat op basis van de wijze hoe dat moet geschieden zoals neergepend in de zeer gebrekkige concept wet welke thans aan de Staatsraad ter advies is aangeboden en alle ingrediënten in zich draagt voor vriendjespolitiek, red tapes en corruptie weinig sprake zal zijn is door mij recentelijk nog in een open brief aan alle instanties aangegeven.
Dat met deze maatregelen zoals in de ronduit waardeloze concept wet er absoluut geen garantie bestaat dat Suriname optimaal kan profiteren van de natuurlijke hulpbronnen die ons land zijn gegeven ook voor de generaties die na ons komen, zoals hij beweerd is dan ook uitgesloten.
Hoge verwachtingen van de installatie van de door hem ingestelde, zoals hij aangeeft, een Strategische Groep voor Olie- en Gasbeleid zijn niet te verwachten gezien de samenstelling waarin de specifieke deskundigheid die nodig is voor een dergelijke adviesorgaan sterk ondervertegenwoordigd is waarmee sterk wordt getwijfeld aan de competentie van deze commissie.
De groep zou als taak hebben een beleidskader te ontwikkelen voor het effectieve en duurzame beheer van de toekomstige olie- en gasinkomsten. Deze instelling is wel mosterd na de maaltijd omdat de resultaten zouden moeten worden opgenomen in de te herschrijven Wet Spaar en Stabilisatiefonds. Maar die Wet is al ter advies mij de Staatsraad om daarna bij DNA ter goedkeuring voor te leggen.
Volgens de president zou de conceptwet wijziging Spaar en Stabilisatie Fonds Suriname SSFS aan de Staatsraad en de Raad van Ministers zijn aangeboden. In eerdere reacties heb ik op gewezen dat de herschreven wet SSF vrijwel alle checks and balances heeft verwijderd. Het kas en vermogensbeheer van de verwachte fondsen is ter overmaat van ramp overgeheveld van een onafhankelijk co-financieringsfonds naar de politiek beïnvloedbare Centrale Bank van Suriname (CBvS).Dit terwijl volgens het Santiago principe dat is opgenomen het de bedoeling is om het beheer van de fondsen ver te houden van politieke beinvloeding.
Volgens de president zouden Suriname en Guyana hebben afgesproken dat de grenskwestie via de diplomatieke kanalen bilateraal besproken zal worden. Dit heilloze pad wordt echter reeds bijkans 52 jaar bewandeld in navolging van zijn voorgangers, namelijk eindeloos en zinloos door blijven vergaderen, nu in een zogenoemd “Platform voor Dialoog”.
“Zelfs ex-president Desi Bouterse, die zich immer een grote nationalist pretendeerde, zei in zijn regeringsverklaring op 28 september 2015 dat hij de onrechtmatige bezetting sinds1969 van het Tigrigebied (door Guyana) op de agenda van de bilaterale besprekingen zou plaatsen. De Guyanese president David Granger reageerde daarop meteen: “de claim van Suriname is vals.”