Er is een Memorandum of Understanding getekend tussen de Surinaamse regering en het Chinees bedrijf Chinalco om de bauxiet in West Suriname te Bakhuis te ontginnen. Suriname kan natuurlijke hulpbronnen exporteren, maar idealiter is het om waarde toe te voegen en halffabricaten of fabricaten uit te voeren. Dat schept meer inkomen voor de Staat en meer werkgelegenheid.
Er bestaat brede ondersteuning in Suriname om een bauxietindustrie met verwerking op te zetten. Voor een bauxietindustrie zal energie noodzakelijk zijn en dat moet nu groene energie zijn.
De regering van Suriname meldt dat zij en de Aluminium Corporation of China Limited (Chinalco) ter ontwikkeling van de bauxietindustrie in West-Suriname een Memorandum of Understanding (MoU) hebben getekend op maandag 25 november. In een overheidsbericht wordt gesproken over een bauxietindsutrie. De regering gaf aan dat de samenwerking met Chinalco in lijn moet zijn met het behoud van Surinames positie als carbon-negatief land. Ook stelde de regering dat het van essentieel belang is dat economische ontwikkeling hand in hand gaat met het beschermen van Surinames milieu en unieke biodiversiteit. De regering zei spoedig de MoU aan de Nationale Assemblee te zullen voorleggen om de passende wetgevende steun en goedkeuring van de Nationale Assemblee te verkrijgen. Er komt dus een debat en een wet in DNA.
We lezen online dat Het West-Suriname Plan een economisch ontwikkelingsproject was in het westen van Suriname. Het plan behelsde in het begin onder meer het winnen van bauxiet in het Bakhuisgebergte, het bouwen van stuwdammen en waterkrachtcentrales in de Kabaleborivier nabij de Avanaverovallen (het Kabalebo Project) en in de Nickerierivier (het Stondansi Project), en het aanleggen van een overslaghaven in Apoera.
Geestelijk vader van het project was de voormalige Surinaamse minister van Opbouw: Frank Essed. In het kader van dit plan werd van 1976 tot 1980 de spoorlijn Bakhuisgebergte – Apoera aangelegd, van het inheemse dorp Apoera naar het Bakhuisgebergte, ten behoeve van bauxietwinning. Het personeel van de aannemers van deze spoorlijn verbleef in het speciaal aangelegde Kamp 52. Na de coup van 1980 en het bevriezen van de financiering door Nederland is het project uiteindelijk gestaakt, waardoor de spoorweg nooit is gebruikt.
In een veel eerder stadium was al duidelijk dat uitvoering van het project door onder andere gedaalde prijzen van bauxiet op de wereldmarkt waarschijnlijk verliesgevend zou worden. Later werd door maatschappijen als BHP Billiton weer belangstelling getoond voor de bauxiet in het Bakhuisgebergte, maar dit heeft niet geresulteerd in concrete ingebruikname van de spoorlijn. De uiteindelijke overeenkomst moet in het nationaal belang zijn, waarbij het gaat om een duurzame en geïntegreerde bauxietindustrie, zei de regering. Het investeringsvoorstel moet in belang zijn van Suriname en alle inzichten worden meegenomen. De regering heeft geen conceptovereenkomst getekend, maar slechts een MoU.
Met een verwachte jaarlijkse productie van 6 miljoen ton bauxiet zou Suriname Jamaica kunnen overtreffen als grootste bauxietproducent in het Caribisch gebied. Jamaica produceert momenteel 5,8 miljoen ton per jaar. Wereldwijd zal Suriname naar verwachting de achtste plaats innemen, direct onder Rusland, dat 6,2 miljoen ton per jaar produceert. De totale investering voor het project bedraagt 426 miljoen Amerikaanse dollar en omvat de bouw van een bauxietraffinaderij, de aanleg van een haven en mogelijk het gedeeltelijk uitbaggeren van de Corantijnrivier om de export van bauxiet te faciliteren.
Chinalco heeft plannen om een volledig geïntegreerd productiecentrum te ontwikkelen in het Bakhuisgebied, waarbij het nabijgelegen dorp Apoera een cruciale rol zal spelen.
In mei 2025 start Chinalco met een uitgebreide haalbaarheidsstudie naar de bouw van de raffinaderij, de verbetering van de bestaande infrastructuur en de aanleg van een nieuwe haven. Deze haven wordt gezien als essentieel voor het transport van bauxiet naar internationale markten.
We weten dat in Suriname de inheemse en tribale volken opkomen voor hun landrechten. Dat zijn collectieve, niet verhandelbare of te bezwaren rechten op grond, maar velen weten dat nog niet. Aangezien er geen overeenkomst nog is getekend heeft de regering het FPIC principe niet overtreden. Dit principe komt neer op het consulteren van de inheemse en tribale voordat overeenkomsten tot ontginning oftewel economische overeenkomsten worden getekend. Overeenkomsten zijn nog niet getekend, alleen een MoU. Een MoU is een intentie om een samenwerking te exploreren. Voordat de overeenkomst wordt getekend, moet met de inheemse en tribale volken worden gesproken. Onder andere moet worden gesproken over de voordelen voor de gemeenschappen wat betreft werkgelegenheid en business opportunities zoals het aanleveren van goederen en diensten. Maar ook moet worden gesproken over de nadelen die voor de gemeenschappen kunnen ontstaan, evenels verliezen en hinder. Ook mogelijke verhuizingen moet worden besproken en altijd over het compenseren van de gemeenschappen voor hun schade en verliezen. Internationaal hebben de inheemse en tribale volken het recht op inspraak en participatie, maar ze hebben geen recht op inspraak. Dit alles moet in orde zijn voordat de overeenkomsten worden getekend.
Het praten met de inheemse en tribale gemeenschappen moet geschieden conform het FPIC principe (Free, Prior, Informed, Consent: Vrije, Voorafgaande, Geinformeerde Instemming). FPIC is een beginsel dat wordt beschermd door internationale mensenrechtennormen die stellen dat ‘alle volkeren het recht op zelfbeschikking hebben’ en – gekoppeld aan het recht op zelfbeschikking – ‘alle volkeren het recht hebben om vrijelijk hun economische, sociale en culturele activiteiten na te streven. ontwikkeling’. De FPIC wordt gesteund door de Verklaring van de Verenigde Naties over de rechten van inheemse volkeren (UNDRIP), het Verdrag inzake Biologische Diversiteit en Conventie 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie, de krachtigste en meest uitgebreide internationale instrumenten die de benarde situatie van inheemse volkeren erkennen en hun rechten verdedigen. Vrij impliceert dat er geen sprake is van dwang, intimidatie of manipulatie.
Prior houdt in dat er voldoende vóór aanvang van activiteiten instemming moet worden gevraagd en dat er respect wordt getoond voor de tijdsvereisten van inheemse overleg-/consensusprocessen. Geïnformeerd houdt in dat er informatie wordt verstrekt die een reeks aspecten bestrijkt, waaronder de aard, omvang, tempo, omkeerbaarheid en reikwijdte van elk voorgesteld project of voorgestelde activiteit; het doel van het project en de duur ervan; getroffen plaats en gebieden; een voorlopige beoordeling van de waarschijnlijke economische, sociale, culturele en ecologische gevolgen, inclusief potentiële risico’s; personeel dat waarschijnlijk betrokken zal zijn bij de uitvoering van het project; en procedures die het project met zich mee kan brengen.