In de zaak waarin eind mei 2021 het lijk van de 36-jarige Ronald Simson in verre staat van ontbinding werd aangetroffen in een voertuig aan de Kanangalaan nabij de Paramaribo Zoo, heeft kantonrechter Cynthia Valstein-Montnor maandag uitspraak gedaan, nadat de zaak 5 keren eerder was uitgesteld voor het uitspreken van het vonnis.
Tegen de verdachte Asis O, die bijstand kreeg van advocaat Chandra Algoe, was een gevangenisstraf van 30 jaren geëist. Uit het onderzoek is gebleken dat Simson een buitenechtelijke relatie had met de echtgenote van Asis. Tegen Ann, die het slachtoffer moest lokken naar de Kanangalaan, had de vervolging een gevangenisstraf van 25 jaar geëist. Tegen de verdachte Terry was een straf van 20 jaar geëist, omdat hij op uitkijk had gestaan. De verdachte Shatman, die een broer van Ann is en die de fatale schoten loste, is voortvluchtig.
In het vonnis heeft de rechter de verweren die waren opgeworpen door de advocaten verworpen. Door advocaat Algoe was aangevoerd dat de dagvaarding te summier was en er geen verfeitelijking van de handelingen daarin was opgenomen. Dit maakt de dagvaarding nietig. Daarnaast wees zij op de steeds wisselende verklaringen van Ann. Ann beweerde dat Asis haar had benaderd om in contact te treden met het slachtoffer en hem te lokken naar de Kanangalaan. Uit het onderzoek is juist gebleken dat zij op haar werkplek zocht naar iemand die haar kon helpen Simson te doden. Eerstens had Ann gezegd dat Asis het slachtoffer had doodgeschoten, terwijl uit het onderzoek is gebleken dat haar broer Shatman dit heeft gedaan. Nergens uit is gebleken dat zij uitgelokt is geworden door Asis. Algoe achtte derhalve ook de uitlokking tot moord niet bewezen. Algoe had de kantonrechter gevraagd Asis van de gehele dagvaarding vrij te spreken.
Hier was de rechter het niet mee eens. Zij achtte de moord tezamen met de verdachten Terry en Ann bewezen op grond van het feit dat Asis zelf aanwijzingen heeft gedaan. Hij wees de plaats aan waar Ann met haar broer en nog een derde persoon afspraken maakte om het slachtoffer te doden. Asis heeft erkend dat hij Terry en Ann te Cultuurtuin heeft afgezet die dag. Ook de verklaring van Terry die in eerste instantie een volmondige bekentenis had afgelegd en had aangegeven dat hij op uitkijk heeft gestaan en daarvoor betaling had ontvangen, werd meegenomen voor het bewijs. De rechter stelde dat Asis de plaats van de moord heeft uitgezocht. De rechter zei dat door deze moord onbeschrijfelijke en onherstelbare leed is ontstaan voor de nabestaanden en legde Asis een gevangenisstraf op van 25 jaren onvoorwaardelijk.
Ann, die haar aandeel eerst had erkend en de overige verdachten had aangewezen, was tijdens de behandeling van de zaak steeds wisselend in haar verklaringen. Zij werd bijgestaan door advocaat Murwin Dubois. Dubois legde voornamelijk de nadruk erop dat het aandeel van Ann niet wezenlijk was en dat zij eerder de rol van een medeplichtige vervulde. Hij had zulks onderbouwd met literatuur en jurisprudentie. Hij vroeg de rechter om Ann voor medeplichtigheid te veroordelen en de strafmaat te verlagen met een derde.
Dubois vroeg ook aandacht voor het feit dat Ann in een moeilijk financiële positie zat. Ze zou Euro 3000 ontvangen voor haar inzet en heeft zich daardoor laten meeslepen. Zij had aan het werk ook verteld dat zij een rijke man heeft ontmoet en dat die man iemand zoekt om de vriend van zijn vrouw te doden tegen betaling. Die rijke man was Asis stelde de rechter vast. Voor haar aandeel aan dit strafbaar feit legde de rechter haar een gevangenisstraf van 20 jaren onvoorwaardelijk op.
Terry die eerst had bekend, maar nadien zei dat hij bamboe was gaan kappen aan de Kanangalaan en kreeg een straf opgelegd van 8 jaren onvoorwaardelijk.
