Minister van Openbare Werken blijft optimistisch (Maar luchtfietsen Is ook een kunst)

De minister van Openbare Werken heeft opnieuw hoop gezaaid over de langverwachte komst van de Riad brug. De minister, vol goede moed maar zonder enig tijdsbesef, zweert dat de aanzet tot deze ambitieuze constructie nog in deze regeerperiode zou kunnen plaatsvinden. “Welk jaartal, vraagt u? Ach, details, details!” lijkt zijn motto te zijn. Helaas lijkt de hoop op de brug net zo tastbaar als een zak lucht, volgens onze satirische politieke analist Willem

Willem, bekend om zijn scherpe analyses (en nog scherpere tong), stelt onomwonden dat de brug er voorlopig niet zal komen. “Een zak lucht verkopen, dat kunnen ze wel”, pocht hij, terwijl hij erop wijst dat er geen enkele vooruitgang is geboekt. De minister schept de verkeerde indruk dat alles in kannen en kruiken is, terwijl niemand zelfs een kruik kan aanwijzen, laat staan kannen.

De grenskwesties moeten eerst worden opgelost en, o ja, de financiering ontbreekt nog altijd geheel. Zaken als de gespannen verhouding met buurland Guyana, en hun eigenaardige neiging om illegale activiteiten in het betwiste gebied Tigri voort te zetten, getuigen van een geopolitieke soep die nét wat te heet wordt opgediend.

Kortom, de Riad brug is, zoals men zegt, een brug te ver. De minister kan noch met financiële middelen, noch met een vredige grenskwestie en al helemaal niet met een beheersplan op de proppen komen. De veelbesproken babbelaar blijft dan ook doen wat hij het beste kan: babbelen en hopen op een geloofwaardig verhaal.

Voor de liefhebbers van déjà vu, het was onder de regering Bouterse hetzelfde liedje. Daar bleef de brug eveneens een luchtkasteel, terwijl insiders ondertussen de grond happig inpikten. Mocht een brug nooit komen, blijft het ten minste een fantastische anekdote in het politieke landschap. Bouterse’s spoorloosheid is daar het levendige bewijs van.

error: Kopiëren mag niet!