Jimmy, een gepassioneerde socioloog en soms amateurkomiek, heeft een bijzondere kijk op de recente politieke capriolen van NDP-voorzitter Jenny Simons.
In een poging om de natie te laten vergeten dat ze ooit ministers toestond om dienstauto’s voor een schijntje mee naar huis te nemen (“want waarom niet, het is toch sale?”), komt ze nu met een revolutionair idee. Ministers moeten zélf voor vervoer zorgen. Ezelskar iemand?
“Een nieuwe politieke cultuur,” noemt ze het.
Jimmy grinnikt bij de gedachte. Wat is er mis met een ezelskar als ministerieel vervoer? De voordelen zijn immers legio: biologische brandstof (hooi), ingebouwde geluidsinstallatie (geluid van de hoeven) en je krijgt nooit een snelheidsboete.
Maar, laten we eerlijk zijn zegt Jimmy, deze nieuwe ‘politieke cultuur’ lijkt vooral een nostalgische knipoog naar de agrarische samenleving van vroeger.
De grote vraag blijft natuurlijk hoe je als minister met een ezelkar bij internationale topontmoetingen verschijnt. “Ik zie het al voor me,” zegt Jimmy, “de VN-parkeerplaats, gevuld met limousines en… hé, daar is onze minister met z’n ezel!”
Verder vegende de voorzitter vakkundig het verleden onder een welgemikte spreekwoordelijke mat. Nooit was stil zijn zo veelzeggend. Tien jaar, berekend in uren, minuten en seconden, van bestuurlijke blunders die ze graag vergeet.
10 jaar komt neer op ongeveer 3652 dagen, 120 maanden, 87,648 uren, en 315,532,800 seconden.
Maar Jimmy is ervan overtuigd dat stil zijn geen optie is wanneer het om compensatie voor veroorzaakte schade gaat. Stilzitten tijdens die jaren kostte “mensenlevens”. En de rekensom van verantwoordelijkheid? Die laat zich niet zo gemakkelijk op de achterkant van een bierviltje schrijven.
Dus, terwijl de NDP-voorzitter met bravoure over een ‘nieuw begin’ spreekt, vraagt Jimmy zich gekscherend af of de ezels nu ook zullen stemmen. Het zou de politieke arena beslist een stuk interessanter maken. Eén ding is zeker, zolang de voorzitter praat, blijft Jimmy lachen.