De Surinaamse politiek heeft in het verleden robuuste coalities gezien onder leiding van historische figuren zoals Venetiaan, Lachmon en Ram Sardjoe. Deze “Front” en “Nieuw Front” coalities stonden sterk door een gedeelde visie en effectieve communicatie tussen de partijen.
Politicoloog Ricardo stelt dat hun succes mede te danken was aan stabiele partijstructuren, een gezamenlijke politieke agenda en het vermogen om verschillen in ideologie te overbruggen.
In contrast daarmee hebben coalities in de regeringsperioden van Jules Wijdenbosch en Desi Bouterse, evenals de huidige regering van Chan Santokhi, te maken gehad met aanzienlijke interne breuken. Volgens Ricardo komt dit door een gebrek aan coherente visie binnen de coalities en de zwakkere interne discipline onder de coalitiepartners. In de tijd van Wijdenbosch en Bouterse was er bijvoorbeeld sprake van persoonlijke belangen die soms de overhand kregen boven het nationale belang, wat leidde tot conflicten en uiteenvallen binnen de coalities.
Wat we momenteel zien in de regering van Santokhi is dat deze historische problemen blijven bestaan.
Ricardo benadrukt het gebrek aan sterke leiderschap en consensus binnen de coalitie als primaire oorzaken. De coalitie lijkt gedreven door korte termijn politieke voordelen in plaats van duurzame beleidsdoelen. Interne machtsstrijd en het ontbreken van een heldere gedeelde koers verzwakken de cohesie verder. Hierdoor worden compromissen moeilijker bereikt, leiden meningsverschillen sneller tot breuken, en blijft het publieke vertrouwen in de coalitie laag.
Het gebrek aan stabiliteit wordt ook gevoed door snelle economische en sociale veranderingen, die druk uitoefenen op de regering om snel resultaten te leveren. Ricardo concludeert dat zonder een substantieel herzien commitment tot samenwerking en duidelijke communicatie, de huidige en toekomstige coalities in Suriname dezelfde uitdagingen zullen blijven ondervinden.