De ABOP verwerpt de bevoegdheden van de onderministers bij de ministeries van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) en Binnenlandse Zaken (BiZa), zoals verwoord in het presidentieel besluit. Aan president Santokhi wordt gevraagd de politieke afspraken hierover gemaakt na te leven.
De ABOP is woensdagmorgen naar aanleiding van de commotie die is ontstaan over de taken en bevoegdheden van de onderministers Sieuw Ramsukul bij GBB en Maurits Hassankhan bij BiZa in spoedberaad bijeen gekomen en bovengenoemd standpunt ingenomen:
ABOP-voorzitter tevens vicepresident Ronnie Brunswijk zou later op de dag president Santokhi hierover in kennis stellen. “De verwoording in de presidentiële besluiten is in strijd met artikel 124 van de Grondwet”, luidt de verklaring van de ABOP, voorgelezen door vicepresident Brunswijk voor aanvang van de vergadering van de Raad van Ministers. Daarin wordt gesteld dat het decreet Uitgifte Domeingrond en de landhervormingswetten zich niet verenigen met de bevoegdheden genoemd in het presidentieel besluit. Het is volgens coalitiepartij ABOP niet alleen staatsrechtelijk onjuist, maar ook in strijd met de wet om deze situatie te handhaven.
ABOP-voorzitter Brunswijk lichtte kort toe dat zijn partij geen moeite heeft met de aanstelling van onderministers bij GBB en BIZA, maar dat het van begin af aan erop heeft gewezen. dat er maar een baas kan zijn op een ministerie. De ministeries van GBB en BIZA worden door de ABOP beheerd.
Met president Santokhi zou de politieke afspraak zijn gemaakt dat voordat de genoemde onderministers worden benoemd, de ABOP de presidentiële resoluties eerst onder ogen zou zien. Dat is niet gebeurd. Nu de presidentiële besluiten achteraf zijn opgestuurd, verwerpt ABOP de inhoud ervan.