Het conflict met Guyana is een beladen onderwerp voor veel Surinamers, vooral vanwege de gebeurtenissen in 1969. Hoewel geschillen met andere landen, zoals Frankrijk, minder aandacht krijgen, is het conflict met Guyana algemeen bekend. Dit wordt op scholen onderwezen, soms met de boodschap: “vergeet niet wat ze deden.” Toch blijven de betrekkingen grotendeels vriendelijk.
Er zijn diverse boeken en artikelen die uitleggen hoe dit conflict is ontstaan.
In 1799 tekenden de gouverneurs van Suriname en de kolonie Berbice (beide toen Britse bezittingen) een verdrag. Dit stelde dat al het land ten westen van de rivier de Courantijn aan Berbice werd toegewezen, met uitzondering van de eilanden in de rivier en de post Oreala. Dit bekrachtigde dat de gehele rivier de Courantijn tot Suriname behoorde. Hoewel Suriname Oreala niet meer claimt en Guyana deze status respecteert, bleef het in de schijnwerpers na een uitspraak van het Internationaal Gerechtshof over maritieme grenzen.
In de jaren 1840 voerde Robert Hermann Schomburgk, een Duitse expediteur, een onderzoek uit in opdracht van de Britse regering en stelde een grens vast. Volgens critici was dit onderzoek niet objectief, maar zijn kaartversie werd geaccepteerd.
In 1871 hernieuwde Charles Barrington Brown het onderzoek en ontdekte dat de zuidwestelijke delta één rivier vormde, die de voortzetting van de Courantyne was, later bekend als de New River. Dit leidde tot verdere discussies over de koloniale grens.
Op 4 oktober 1899 oordeelde een tribunaal, dat de grensdiscussie behandelde tussen Venezuela en Brits-Guyana, indirect over deze kwestie. Nederland weigerde echter dit oordeel te accepteren.
Een gemengde commissie probeerde in 1936 de grens tussen Brits-Guyana en Suriname vast te stellen. Hoewel Nederland soevereiniteit over de rivier de Courantijn kreeg, werd de New River-driehoek, bekend als het Tigri-gebied, onder Britse controle geplaatst. Het verdrag werd echter nooit geratificeerd door de Tweede Wereldoorlog.
Tijdens grensonderhandelingen in 1961 bleek dat de Nederlandse en Britse meningen verschilden. Het Nederlandse tegenvoorstel classificeerde het Tigri-gebied als onderdeel van Suriname, volgens het Talweg-principe. Dit had echter weinig effect.
In 1969 annexeerde Guyana het Tigri-gebied na een aanval op de Surinaamse defensiepolitie. In 1971 ondertekenden de leiders van beide landen een verdrag, maar Guyana hield zich niet aan de afspraken. Op Suriname’s Onafhankelijkheidsdag in 1975 bevestigde Joop den Uyl, de toenmalige Nederlandse premier, dat het Tigri-gebied tot Suriname behoorde.
Helaas heeft de Surinaamse regering sindsdien geen actieve pogingen ondernomen om het geschil op te lossen, waardoor het probleem voortduurt.
Virgillio Pinas
Paramaribo – Suriname