De recente uitlatingen van de Guyaanse vicepresident Bharrat Jagdeo, waarin hij de Surinaamse president Santokhi beschuldigt van misleidende propaganda met betrekking tot het olie-royalty’s plan, zijn een zoveelste teken van de gespannen relatie tussen de twee buurlanden.
Jagdeo claimt dat het aanbod van USD 750 per burger in Suriname, als deel van toekomstige olie-inkomsten, misleidend is en vergelijkt het met Guyana’s eigen uitbetaling van USD 500, die na vijf jaar van olie-inkomsten werd uitgekeerd. Volgens Jagdeo betreft het Surinaamse voorstel slechts een belofte van toekomstige winst en niet iets wat direct de burger ten goede komt.
Politicoloog Ricardo stelt dat Jagdeo met zijn uitspraken de Surinaamse regering indirect beschuldigt van het misleiden van haar eigen bevolking. Deze uitspraak kan als ongepast worden beschouwd, gezien de relatie tussen de beide landen als vriendschappelijk en coöperatief zou moeten zijn.
Ricardo meent dat de Surinaamse regering gepast moet reageren en Jagdeo ter verantwoording moet roepen voor zijn uitspraken, om te voorkomen dat dergelijke ongegronde beschuldigingen onbeantwoord blijven.
Dit is niet de eerste keer dat Jagdeo kritiek heeft op de Surinaamse regering. Eerder beschuldigde hij de Surinaamse minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij Parmanand Sewdien, van oneerlijkheid in de kwestie van visvergunningen voor Guyanese vissers. Deze herhaalde beledigingen wijzen op een ruwe stijl van politiek bedrijven door de leiding van Guyana, die niet geschuwd wordt om de betrekkingen met Suriname te beïnvloeden.
Ricardo benadrukt dat Suriname zich bewust moet zijn van deze tactieken en zich niet moet laten leiden door Guyana’s agenda. Hoewel samenwerking belangrijk is, moet Suriname zijn eigen koers blijven varen en niet blindelings meegaan in het beleid van haar zuiderbuur.
Hoewel uitspraken als die van Jagdeo misschien nog als persoonlijke meningen kunnen worden gezien, zijn dreigementen met betrekking tot territoriale kwesties ernstiger en vereisen ze onmiddellijke diplomatieke actie, zoals terecht ondernomen door de Surinaamse minister van Buitenlandse Zaken.
In de visie van Ricardo moet de Surinaamse regering zich minder laten beïnvloeden door Guyana en een onafhankelijke en zelfbewuste houding aannemen in de internationale politiek. De tijd is gekomen om de belangen van Surinamers voorop te stellen en zorgvuldig af te wegen welke samenwerking met buurlanden echt in het nationale belang is.