Geachte President, Ministers en Volksvertegenwoordigers,
Op 3 december, de Internationale Dag van Mensen met een Beperking, staan wij wereldwijd stil bij de rechten, waardigheid en behoeften van mensen met een beperking. In Suriname echter, is deze dag niet alleen een moment van bezinning, maar ook een dringende oproep tot actie. Het recht op een menswaardig bestaan wordt door de huidige realiteit van duizenden mensen met een beperking systematisch geschonden.
De scherpe realiteit
De economische crisis in ons land heeft de leefomstandigheden van mensen met een beperking ernstig verslechterd. Terwijl prijzen van basisgoederen en diensten de pan uit rijzen, is de financiële uitkering voor deze groep ver onder de armoedegrens. Dit dwingt hen tot een onhoudbare afhankelijkheid van hun omgeving. Gezond eten is een luxe die velen zich niet kunnen veroorloven. Medische zorg is vaak onbereikbaar door torenhoge kosten en een gebrekkige beschikbaarheid.
Daarnaast zijn er structurele tekortkomingen in toegankelijkheid:
• Onze wegen hebben geen veilige voetpaden. Mensen met een beperking riskeren hun leven bij het simpelweg bezoeken van een winkel.
• Openbaar vervoer is ontoegankelijk en zorgvervoer nauwelijks beschikbaar of onbetaalbaar.
• Inclusief onderwijs, dat de basis moet vormen voor zelfstandigheid en werk, ontbreekt.
De combinatie van deze barrières maakt dat mensen met een beperking onzichtbaar blijven in de samenleving. Ze worden uitgesloten van fundamentele rechten zoals onderwijs, arbeid en mobiliteit, waardoor hun volledige potentieel wordt onderdrukt.
Beleidsfalendheid en respectloosheid
Het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting heeft de afgelopen jaren keer op keer laten zien dat mensen met een beperking geen prioriteit zijn. Het is onacceptabel dat financiële uitkeringen maandenlang uitblijven omdat er “geen materiaal is om MoniKarta-pasjes te maken”. Dit is niet alleen een logistiek probleem; het is een gebrek aan respect en menselijkheid.
Terwijl andere groepen in onze samenleving snel gehoor krijgen bij protesten, blijven mensen met een beperking wachten. De rechten die voortvloeien uit het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Beperking, dat in 2017 door Suriname is geratificeerd, worden consequent genegeerd. De overheid, die verantwoordelijk is voor het beschermen van deze rechten, faalt in haar plicht.
Een oproep tot menselijkheid
De voortdurende schendingen van de rechten van mensen met een beperking in Suriname zijn een schandvlek. De overheid moet zich realiseren dat zij, als hoeder van het welzijn van haar burgers, de verantwoordelijkheid heeft om inclusiviteit, waardigheid en gelijke kansen te waarborgen.
Daarom eisen wij:
1. Een verhoging van de financiële uitkering tot een bedrag dat levensonderhoud mogelijk maakt.
2. Toegankelijkheid van openbare voorzieningen zoals wegen, openbaar vervoer en scholen, zodat zelfstandigheid en participatie mogelijk worden.
3. Zorg voor tijdige uitbetaling van uitkeringen en oplossingen voor administratieve obstakels zoals de productie van MoniKarta-pasjes.
4. Concrete beleidsmaatregelen die aansluiten bij het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Beperking, met een transparante implementatiestrategie.
5. Echte dialoog met belangengroepen, zodat de noden van mensen met een beperking niet genegeerd maar gehoord en aangepakt worden.
De tijd van loze beloftes is voorbij. Mensen met een beperking hebben recht op een gelukkig en menswaardig leven, net als ieder ander. Wij roepen de regering op om haar verantwoordelijkheid te nemen en een einde te maken aan de onmenselijke behandeling van deze kwetsbare groep.
Laat 3 december een keerpunt zijn. Niet in woorden, maar in daden.
Met bezorgdheid en hoop,
Aniel Koendjbiharie
Voorzitter Stichting Wan Okasi