De rechter heeft een mooi besluit genomen in de zaak die door de OW-minister aanhangig was gemaakt tegen Starnieuws. De zaak was een testcase en heeft nu duidelijk aangegeven dat in Suriname bij Surinaamse bestuurders de grenzen van toelaatbare vrijheid van democratie anders liggen dan het moet, gelet op onze aspiraties als volk en onze Grondwet. Bij die regeerders is er een wens om de grens te zetten zoals het is in de schurkenstaten waar er geen burgerrechten en vrijheden bestaan zoals in Noord Korea.
Helaas voor die bestuurders, Suriname is een vrij land en die vrijheid wordt door vrees voor dit soort ministers niet over de volle breedte gebruikt. Bestuurders komen uit groepen waar misschien andere waarden en normen gelden, bijvoorbeeld van onderdanigheid en gehoorzaamheid, maar die normen en waarden van onvrijheid en gebondenheid moet met niet opleggen aan de vrije Surinaamse samenleving. Zo ver gaat de macht van de regering in Suriname niet en dat is een gewaarwording misschien voor de betrokkenen in deze zaak.
Wij hebben ons van meet af aan op het standpunt gesteld dat de hele rechtszaak neerkwam op intimidatie en het beknotten van de vrije pers. Wij stelden dat het Kort Geding dat tegen het medium was ingediend, blijk gaf van een intolerante houding van de bewindsman naar de pers toe. De minister had in regeringsverband tot de order moeten zijn geroepen en had hij zich zeker moeten laten informeren en adviseren door de ministers van Juspol en die van TCT.
Via de rechter proberen een journalist de mond snoeren zal nu hopelijk iets minder gebeuren. Als mensen niet gewend zijn aan weerwoord en kritiek, dan moet men niet stappen op een ministersstoel.
We herhalen vandaag hetgeen we eerder stelden met betrekking tot de intimidatiemethode die bekend staat als SLAPP. De regering moet waken voor SLAPP.
Internationaal wordt het intimideren met juridische processen tegen journalisten aangeduid met SLAPP: Strategic Lawsuit Against Public Participation (strategische rechtszaken tegen publieke participatie). Met deze rechtszaken proberen vermogende ondernemers of bedrijven critici te intimideren. Eerder refereerden we aan een recente rechtszaak tegen een Nederlands dagblad. Dit bracht het thema van bedreiging van de persvrijheid aan de orde in dat land. Een samenwerkingsverband van organisaties die zich hard maken voor een vrije pers heeft deze zaak die was aangespannen tegen Het Financieele Dagblad gevolgd. Dat zaak kwam hierop neer dat een ondernemer, Willem Blijdorp, vond dat de krant hem onterecht door het slijk had gehaald. Hij eiste rectificatie en een schadevergoeding van 150.000 euro. Volgens de media-organisaties was hier sprake van een zogeheten SLAPP-zaak. Deze zaken worden aangespannen door rijke individuen of machtige bedrijven, maar het kan ook door arrogante en machtsdronken politici die geloven in abolute macht. Deze rechtszaken gebeuren niet zozeer om een rechtsgevoel te bevredigen, maar om journalisten te intimideren met schadeclaims en slopende procedures. SLAPP’s vormen een groeiende bedreiging voor de persvrijheid. In 2023 telde de organisatie die het onderzoek deed 161 nieuwe SLAPP-zaken in Europa: dat was een record.
Ook in de wetenschap groeit de aandacht voor SLAPP’s. Twee wetenschappers van de Universiteit van Ljubljana onderzochten de impact van SLAPP-zaken op het werk van journalisten. Daarnaast vroeg een groep wetenschappers van Belgische universiteiten aan journalistieke organisaties hoe zij hun rol zien in de strijd tegen SLAPP’s. De twee Sloveense wetenschappers interviewden 18 journalisten en redacteuren. De helft van hen was doelwit geweest van een SLAPP. De andere helft was een directe collega van een doelwit. De onderzoekers wilden achterhalen of SLAPP-zaken een afschrikkende werking hebben op journalisten. Aan het begin van de gesprekken ontkenden alle journalisten dat de zaken impact hebben op hun journalistieke werk. Maar naarmate het gesprek vorderde bleek dit toch genuanceerder te liggen.
Het is niet eenvoudig om je rug recht te houden als er een SLAPP-zaak tegen je is aangespannen, zo blijkt uit de interviews. Voor journalisten is steun vanuit hun redacties een belangrijke voorwaarde voor weerbaarheid, maar ook zorgen van familie en vrienden spelen een rol. De wetenschappers schrijven dat er een ‘taboe’ rust op het erkennen van de impact van SLAPP-zaken. Om deze impact zo klein mogelijk te maken, moet volgens de onderzoekers in kaart worden gebracht wat journalisten nodig hebben van hun redacties om hun rug recht te houden. Maar, er moet ook genoeg aandacht zijn voor persoonlijke omstandigheden.
Een ander onderzoek naar SLAPPS, uitgevoerd door de Belgische wetenschappers, gaat over de rol die ‘zelfregulerende journalistieke organisaties’ voor zichzelf zien in de strijd tegen SLAPP’s. Dit soort organisaties, zijn door media zelf in het leven geroepen om regels voor journalistiek op te stellen en te bewaken. Zo hopen ze media onenigheid over journalistieke producties af te handelen zonder dat er een rechter aan te pas komt.
Volgens de onderzoekers kunnen journalistieke raden een rol spelen bij de bestrijding van SLAPP-zaken. Als scheidsrechters van de journalistiek kunnen ze beoordelen of een productie aan de juiste kwaliteitseisen voldoet. Zo’n oordeel zou een ‘schild’ kunnen zijn tegen aanvallen, zoals verwijten van onzorgvuldigheid.
De wetenschappers vroegen journalistieke raden uit heel Europa of ze optreden tegen SLAPP’s. Enkele organisaties lieten weten zich indirect te mengen in SLAPP-zaken, door het bieden van juridische ondersteuning of bemiddeling, maar geen enkele raad bemoeit zich direct met SLAPP’s.
Ze vinden dat ze hier niet toe bevoegd zijn: raden buigen zich alleen over journalistiek-ethische kwesties als ze dat gevraagd wordt. Ze willen geen oordeel vellen over zaken die niet aan ze zijn voorgelegd. Ze vrezen dat zo hun onafhankelijkheid in het geding komt. Volgens de onderzoekers is deze terughoudendheid tekenend voor grotere ontwikkelingen binnen de huidige journalistiek. Enerzijds wordt de onafhankelijkheid van de journalistiek steeds vaker in twijfel getrokken. Journalistieke raden kunnen deze twijfel bestrijden door strenge beroepsregels te bewaken. Anderzijds krijgen journalisten veel te verduren van personen of bedrijven met weinig achting voor de persvrijheid. Dit brengt de raden volgens de onderzoekers in een lastige positie: als ze zich te stellig mengen in de strijd tegen SLAPP’s, vrezen ze twijfels over journalistieke onafhankelijkheid verder aan te wakkeren.
De Surinaamse regering moet waakzaam zijn dat dit fenomeen van SLAPP de kop wordt ingedrukt.